Ga naar de inhoud

Erfgoedbeheerders lanceren reddingsplan pauperparadijs Veenhuizen

De Nationale Monumentenorganisatie (NMo), herbestemmingspecialist BOEi en Het Drentse Landschap zetten zich in het rijksvastgoed van Veenhuizen als ensemble te behouden.

Daartoe gaan de drie partners het komend half jaar aan de slag met een verkenning van de bouwkundige staat van de gebouwen, de mogelijkheden voor herbestemming en het duurzaam beheer en onderhoud.

In april 2018 moet duidelijk zijn hoe het plan voor behoud van het unieke dorp eruit komt te zien. Bedoeling is het pauperparadijs als geheel te behouden; een en ander met steun van de provincie Drenthe en de gemeente Noordenveld.

Termijn nog onbekend

De rijksoverheid heeft aangegeven overtollig rijksvastgoed in Veenhuizen af te willen stoten. Onbekend is nog hoe en op welke termijn dat het geval is.

Daarop vooruitlopend heeft het trio monumentenorganisaties zich al in september 2016 gemeld bij de voorzitter van de Bestuurscommissie Veenhuizen, tevens toenmalig directeur-generaal Rijksvastgoedbedrijf. De partners hebben aangegeven een gezamenlijke rol te willen spelen in het duurzaam beheer van het monumentaal vastgoed in Veenhuizen.

Daarbij wijzen de drie op hun ervaring op het gebied van professioneel onderhoud van monumenten, duurzame instandhouding, herbestemmen en vermogensbeheer.

Complex

Het feit dat Veenhuizen als samenhangend geheel behouden moet blijven voor toekomstige generaties, mede gesteund door de voordracht voor de UNESCO-Werelderfgoedlijst, maakt de overdracht naar het zich laat aanzien een complexe opgave.

De expertise die de drie organisaties in huis hebben op het gebied van het bijeen houden van ensembles van monumenten, efficiënt beheer en onderhoud ervan, succesvol en waardig herbestemmen met lokale verankering maakt dat zij zich bij uitstek geschikt achten Veenhuizen voor het plaatselijke, regionale, nationale en internationale belang te behouden.

Samen

Zij geven nadrukkelijk aan dat zij – gegeven de ingewikkeldheid van de overdracht en de daaraan verbonden inhoudelijke uitdagingen en financiële risico’s – deze rol samen willen invullen.

De drie organisaties vullen elkaar naar eigen zeggen goed aan op bedoelde terreinen en zien daarom positieve meerwaarde in gezamenlijke aanpak. Het partnership tussen de drie garandeert volgens hun bovendien goede regionale en nationale verankering in de erfgoedwereld.

Aangezien elk van de non-profit organisaties een maatschappelijke taak nastreeft, sluit de gezamenlijke aanpak naar eigen zeggen goed aan bij de toekomstvisie die voor Veenhuizen wordt nagestreefd. “Duurzame borging en beheer door middel van goed rentmeesterschap staan daarbij centraal”.