Ga naar de inhoud

Erfgoedorganisaties bepleiten monumentenstatus Teesinkbos

‘Een absolute zeldzaamheid in Nederland, met een bijzondere, beeldbepalende betekenis van het hele complex voor het aanzien van zijn omgeving in een natuurlijke relatie van de mens met de natuur. Bungalowpark Het Teesinkbos heeft nog een architectonische gaafheid met een hoge ensemblewaarde’.

Met dit argument hebben de Stichting Historische Sociëteit Enschede-Lonneker, erfgoedvereniging Heemschut en de stichting het Cuypersgenootschap het college van B en W van Enschede verzocht de monumentenstatus te verlenen aan dit bungalowpark.

Nieuwe woonvorm

In 1963 kreeg architect Nico Zantinge opdracht om op het terrein van landgoed Het Teesink een nieuwe woonvorm te creëren. Het landgoed was bezit van de familie Van Heek, eigenaren van de Boekelose Stoomblekerij.

Het park kreeg de naam Het Teesinkbos. De bungalows werden gebouwd in de jaren 1966-1969. Aan de Bastinglaan en Henry Dunantlaan te Boekelo verrezen 69 bungalows, 40 vrijstaande bungalows en 29 semibungalows in 4 hoofdtypes.

Daarmee werd – samen met het aangelegde groen – een welhaast unieke woonomgeving geschapen. Het Teesinkbos is gelijktijdig ontstaan met de Technische Universiteit Twente. Het bungalowpark was zeer in trek bij personeel van de universiteit.

Nico Zantinge werd bij het project sterk geïnspireerd door Deense, Finse, Griekse en Mexicaanse architectuur, die hij zag tijdens zijn reizen. Ook werd hij sterk beïnvloed door werk van collega’s als Herman Hertzberger en Herman Haan. De architect had regelmatig contact met zijn studiegenoot Piet Blom, ontwerper van de mensa TH-Twente.

Natuurgenot en privacy

Nico Zantinge wilde voor de bewoners van de bungalows een maximum aan natuurgenot en privacy creëren. Essentie van zijn architectuur is dat je een soort geluksgevoel ervaart in en om de bungalows met de nadruk op wonen in het groen.

Dat maakt zijn plan zo bijzonder. De woningen zijn geopend naar de natuur, die als het ware de huizen binnenkomt.

In het plan is verder bepaald dat de drie hectare groen, aangelegd als plantsoen, beplant zou worden met zoveel mogelijk in de omgeving voorkomende planten en bomen. Zo wordt de natuurlijke samenhang, ontstaan door het groen, gewaarborgd. Voor het plan werd indertijd een speciale opmetingstekening gemaakt van de bomen om te voorkomen dat er bomen zouden sneuvelen.

Eenheid in verscheidenheid

De uniformiteit in vormgeving en kleur bij de verschillende woningtypen zorgt voor eenheid in verscheidenheid. De consequente toepassing van dezelfde kleur voor de kozijnen (zwartgeverfd; zowel buiten, als binnen) en ook het gebruik van de gele baksteen draagt bij aan de eenheid van de wijk.

Het Teesinkbos is het eerste voorbeeld van gebruik van Deense stedenbouw en architectuur in Nederland. Kenmerkend daarbij is dat de huizen in het groen zijn geplaatst; rond de woningen is veel openbaar groen en de straten slingeren veelal. Een en ander wijkt dus behoorlijk af van soortgelijke wijken uit de jaren 60 met een recht stratenpatroon en voor- en achtertuinen.

De drie erfgoedorganisaties vinden daarom dat ‘dit unieke complex beschermd moet worden, zeker in het kader van de waardering van architectuur uit de jaren zestig tot tachtig, die langzamerhand toeneemt’.