Ga naar de inhoud

Nieuw massagraf ontdekt op Beacon Island

Het vergaan van VOC-schip de Batavia in 1629 op de kust van West-Australië werd gevolgd door een waar en gruwelijk drama op een vlakbij het wrak liggend eilandje. In drie maanden tijd kwamen daar door muiterij en massamoord ruim 120 mensen om het leven. Tot op de dag van vandaag blijft dat een opmerkelijke gebeurtenis in de Nederlandse en Australische geschiedenis.

Het verhaal van de Batavia is in de 17e eeuw opgetekend in boekvorm. Afgelopen weken hebben archeologen uit beide landen opnieuw menselijke resten ontdekt op Murder Island, zoals het eiland vaak genoemd wordt. Officieel heet het Beacon Island en is het onderdeel van de Abrolhos eilanden.

Het onderzoek behoort tot het Shipwrecks of the Roaring Forties-project, een internationaal samenwerkingsproject waarvan het Maritiem Programma van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) een van de partners is.

Resten

Op Beacon Island heeft het team van zeker vijf lichamen menselijke resten opgegraven, en diverse artefacten.

“In totaal zijn resten van tien mensen ontdekt in de laatste drie jaar van ons onderzoeksproject. We hebben waardevolle nieuwe informatie verkregen over de gebeurtenissen na het vergaan van de Batavia”, aldus Dan Franklin, hoogleraar aan de Universiteit van West-Australië.

“Isotopen analyses helpen ons de oorsprong van deze mensen te bepalen – verrassend genoeg kwamen er veel niet uit Nederland”, concludeert Liesbeth Smits, onderzoeker aan de Universiteit van Amsterdam en een van de deelnemers aan de expeditie.

“Het massagraf dat deze maand is ontdekt, duidt op een zorgvuldige en respectvolle begrafenis en niet op gehaast werk van het verbergen van oordslachtoffers. Dit kunnen dus ook mensen zijn die stierven in de dagen nadat de groep op het eiland was gestrand en voordat de muiterij en massamoorden plaatsvonden”.

Tastbaar en persoonlijk

Het vinden van de menselijke resten maakt het verhaal van de Batavia volgens Smits tastbaar en persoonlijk. “ Vooral ook omdat we zoveel mensen uit het verhaal kennen uit de opgeschreven ooggetuigenverslagen. Wie weet of de nu gevonden lichamen ooit nog eens geïdentificeerd kunnen worden”.

Het project Shipwrecks of the Roaring Forties wordt gefinancierd en uitgevoerd door de Australian Research Council, het Western Australian Museum, de Nederlandse ambassade in Australië, de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, het Nationaal Archief, de Universiteit van Amsterdam, Prospero Productions, The Australasian Institute for Maritime Archaeology en Tasmania Parks & Wildlife Service.

Foto: Archeologen aan het werk op ‘Murder Island’.