Ga naar de inhoud

Zevende eeuwse graven ontdekt in Leiden

Bij een archeologische opgraving in Leiden zijn twee graven uit de 7e eeuw na Chr. ontdekt. Eén ervan werd gevonden door een studente archeologie tijdens het eerstejaars practicum dat gelijktijdig met de opgraving plaatsvond.

De goed geconserveerde graven zijn volgens insiders interessant, omdat nog weinig bekend is over de bewoners en het grafritueel in het kustgebied in de Merovingische tijd. De skeletten en de grafgiften zullen, na verder onderzoek, naar verwachting meer vertellen over de mensen die tussen 600 tot 700 jaar na Chr. in de regio woonden.

Afwijkend

De twee graven liggen zij-aan-zij alleen in het landschap, terwijl het elders in Europa gebruikelijk was om in grafvelden te begraven.

“De grafrituelen in het kustgebied lijken af te wijken van de rest van Europa. De ontdekte graven verduidelijken mogelijk het verschil in hoe men op het continent omging met de doden en hoe dit in het kustgebied gebeurde”, meent hoogleraar Frans Theuws van de Universiteit Leiden.

Stapje voor stapje

Jarenlang sportten studenten op de velden aan de Plesmanlaan. Niemand vermoedde dat slechts 100 cm onder maaiveld resten uit de 7e eeuw begraven lagen.

Het is een belangrijke vondst voor de geschiedenis van Leiden. “Ik vind dit echt fantastisch”, zegt burgemeester Lenferink. “We zijn buitengewoon nieuwsgierig naar wat er hier in de periode na het Romeinse Rijk gebeurde. Stapje voor stapje beginnen we een verhaal te krijgen, mede dankzij deze graven”.

Onderzoek gaat verder

In beide gevallen gaat het om jonge mannen uit de 7e eeuw. Zij zijn begraven in een grafkist. Het was indertijd gebruikelijk de doden volledig gekleed en met persoonlijke wapens en sieraden te begraven.

Het skelet dat als eerste werd gevonden, droeg een kort zwaard aan een gordel. Het tweede is begraven met een grote hoeveelheid voorwerpen: kledingspelden, een gordel met grote gesp en er lag een brok metaal onder zijn hoofd.

Het onderzoeken van een dergelijk complex graf vergt veel tijd en daarom is het in zijn geheel geborgen. In een laboratorium wordt verder onderzocht met moderne technieken, zoals DNA-testen en isotopenonderzoek.

Practicum

Elk jaar beginnen circa 80 studenten aan de faculteit Archeologie van de Universiteit Leiden. In het eerste jaar maakt archeologisch veldonderzoek deel uit van het studieprogramma.

Dit jaar was het practicum in Leiden, vlak naast het gebouw van de faculteit. De studenten werkten er onder supervisie van Jasper de Bruin van de faculteit en een ervaren team archeologen van opgravingsbedrijf Archol onder leiding van Minja Hemminga.

Het terrein wordt ontwikkeld door de afdeling Vastgoed van de universiteit. Onderzoek naar wat zich in de bodem bevindt, is vast onderdeel van alle voorbereidingen op het Campus Bio Science Park.

Nederzetting

De afgelopen jaren ontdekten archeologen in de buurt van de Plesmanlaan vooral resten uit de 11e eeuw en later. De Universiteit Leiden groef aan de andere kant van de A44 eerder een grote nederzetting uit de late 6e en 7e eeuw op. Ook dat gebeurde in het kader van de opleiding van studenten.

Deze nederzetting lag aan de toenmalige Rijnoever en had een haven met steigers en beschoeiingen. Het was dus een handelsnederzetting, waar scheepvaartverkeer en goederen uit het Noordzeegebied en het achterland langskwamen. Bij dit onderzoek werden graven uit de 7e eeuw gevonden aan de rand van de nederzetting.

Het komt vaker voor dat er incidentele graven in een nederzetting liggen. Een nederzetting van deze omvang had echter een behoorlijk inwonertal. Aangenomen wordt dat de doden vooral buiten de nederzetting werden begraven en dat er in de buurt minstens 120 graven moeten zijn. Het huidige archeologisch onderzoek is afgerond en bij toekomstig onderzoek in de directe omgeving kan onderzocht worden waar deze doden begraven zijn.

Foto: Berging 7e eeuws graf Leiden (foto Archol).