Ga naar de inhoud

100 jaar landgoed de Braak – reden voor een boek

In 1920, precies honderd jaar geleden, kocht Natuurmonumenten op verzoek van de erfgenamen van de Groningse industrieel Jan Evert Scholten en met steun uit de streek Landgoed de Braak in Paterswolde (Dr.).

Die mijlpaal was voor landschapsarchitect Els van der Laan-Meijer en historisch geograaf Michiel Purmer reden om in de geschiedenis van het landgoed te duiken. Dat resulteerde in een boek vol bijzondere feiten over de historie van De Braak, de rol van tuinarchitect Roodbaard, maar ook over de herkomst en reis van de horecakiosk op het landgoed, het zogenoemde ‘Peemankeetje’.

De publicatie Landgoed De Braak. Twee eeuwen cultuur- en natuurbeleving, die vandaag (donderdag 17 december) verschijnt, is een uitgave van Noordboek en verkrijgbaar via de boekhandel.

Cultureel erfgoed en natuurbeheer

De Braak was het eerste cultuurhistorisch en landschappelijk complete landgoed dat door Natuurmonumenten werd aangekocht. De vereniging, opgericht in 1905, ontdekte al gauw dat bij de aankoop van natuur ook gebouwen waren inbegrepen. Wat in de eerste jaren gold als bijvangst – woningen, boerderijen en opstallen – kreeg in 1920 andere betekenis.

Op het landgoed huisde een reigerkolonie, vanuit natuuroogpunt (toen) de moeite van het beschermen waard, maar de belangrijkste reden voor aankoop was de door tuinarchitect Lucas Pieters Roodbaard (1782-1851) ontworpen landschapstuin. Die was destijds een populaire cultuur historische bestemming die vanuit de wijde omgeving werd bezocht door tienduizenden betalende liefhebbers per jaar.

Inmiddels beheert Natuurmonumenten 265 boerderijen en woonhuizen, 36 kastelen en landhuizen, 21 molens, 15 forten en honderden bruggen, grenspalen, hekwerken, eendenkooien, grafheuvels en wildwallen. Ruim 500 van die bouwwerken hebben monumentale status.

Geschiedenis van De Braak

In 1888 kocht Jan Evert Scholten Landgoed de Braak van de toenmalige eigenaren. Jan Evert was zoon van de vermaarde zakenman Willem Albert (W.A.) Scholten, en telg van de familie die groot geworden was met fabrieken voor de productie van aardappelzetmeel, strokarton en suiker.

Jan Evert had een filantropische instelling. Hij kocht het landgoed niet voor zichzelf, maar om het open te stellen voor publiek. Hij liet oude boerderijen en arbeidershuizen slopen en knapte de natuur rond De Braak op door een deel van de oude bomen te kappen en nieuwe aan te planten. In 1889 werd het verfraaide landgoed tegen betaling opengesteld voor publiek. Een deel van de inkomsten kwam ten goede aan het W.A. Scholten kinderziekenhuis en aan de armen van Paterswolde.

Bijna Eftelingachtig

Bezoekers betaalden 10 cent entree (kinderen 5 cent), rond 1921 kwamen er jaarlijks tienduizenden bezoekers. De paardentram vanuit de stad Groningen stopte voor de poort en op het landgoed kon je varen in roeibootjes, rondrijden met een geitenkar, genieten van een uitdagende kettingbrug, het doolhof en de berceau. Het is nauwelijks meer voor te stellen, maar De Braak was voor de wijde omtrek een recreatieve bestemming van toen bijna Eftelingachtige allure.

Deze geschiedenis en veel meer wetenswaardigheden zijn te vinden in Landgoed De Braak. Twee eeuwen cultuur- en natuurbeleving. Het boek is rijk geïllustreerd met historische foto’s, ansicht- en wandelkaarten.

Landgoed De Braak. Twee eeuwen cultuur- en natuurbeleving, Els van der Laan – Meijer en Michiel Purmer, uitgeverij Noordboek, ISBN 978 90 5615 726 5, kost 17,50.

Foto: Het Peemankeetje op Landgoed De Braak.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.