Ga naar de inhoud

Bovenlandschesluis wint HSSN-prijs 2018

De Bovenlandschesluis (1900) bij Waalwijk is winnaar van de HSSN-prijs 2018. De jaarlijkse award van de stichting Historische Sluizen en Stuwen Nederland voor goede restauraties van sluizen en stuwen is met enig ceremonieel uitgereikt tijdens de 12e Nationale Sluizendag in het Waterloopbos te Marknesse (Noordoostpolder).

De Bovenlandschesluis maakt deel uit van de werken voor de scheiding van Maas en Waal. Het kunstwerk is in de Tweede Wereldoorlog zwaar gebombardeerd met ernstige schade als gevolg.

Restauratie

In 2017 onderging het complex een grootscheepse restauratie. Waar nodig is het metselwerk op orde gebracht. Een belangrijk deel van de opknapbeurt was herstel van natuurstenenonderdelen.

De bewegingswerken van de vier schuiven in de kleine openingen van de uitwateringssluis werden voorzien van een elektromotor en de eerder aangebrachte motor bij de zogenoemde Stoney-schuif is vervangen door een zwaarder exemplaar. De schuiven zijn nu volledig geautomatiseerd en op afstand bedienbaar.

Bij de restauratie is ook de vierde sifon onder de afwateringssluis afgesloten. In de meest westelijke doorgang is bovendien een sluis aangebracht voor vismigratie. Het voormalige stoomgemaal, met de relicten van de stoommachine, werd voorzien van een terras met zitbank.

Oordeel jury

De jury van de HSSN-prijs 2018 waardeert de wijze waarop de sluis is opgeknapt, ondanks de zeer korte uitvoeringsperiode.

“De automatisering”, aldus het eindrapport, ”is mooi verwerkt in de bestaande constructie zonder het monument teveel aan te tasten. Dat geldt ook voor de vissluis. Minpuntje is de historiserend uitgevoerde omkassing van de elektromotoren. De jury vindt dat het op een passende manier zichtbaar maken van moderne toevoegingen beter recht doet aan de monumentale waarde van de sluis. Positief is de in materiaal en vormgeving hoogwaardige inrichting van het terras met de restanten van de stoommachine en een informatiepaneel. Hierdoor kan de unieke sluis door recreanten en voorbijgangers nog meer worden beleefd.”