Ga naar de inhoud

Hegius Gymnasium Deventer wordt museum voor ZERO-art

Het voormalige Alexander Hegius Gymnasium met MMS aan de Nieuwe Markt en de Hofstraat in Deventer wordt museum voor moderne kunst van de zogenoemde Nul-groep, ook wel bekend als ZERO-art. Hans van Heeswijk architecten (Amsterdam) heeft van eigenaar 1618 Vastgoed de opdracht gekregen voor het ontwerp.

Het nieuwe ZERO Museum/EICAS (European Institute for Contemporary Art and Science) moet in de Koekstad een nieuwe, culturele hotspot worden. De kunstinstelling komt op de begane grond en eerste verdieping. In de etages erboven worden negen luxe appartementen ondergebracht. Eind 2020 gaan in het voormalige Hegius-schoolgebouw naar verwachting de deuren open van het ZERO museum.

Knuttel

Het alweer 10 jaar leegstaande Hegius Gymnasium werd in 1954 gebouwd naar ontwerp van architect W.P.C. Knuttel. Dit voorjaar heeft de gemeente Deventer het pand in het stadshart verkocht aan 1618 Vastgoed. De plaatselijke overheid wilde dat de nieuwe invulling bijdraagt aan een levendige binnenstad.

1618 Vastgoed gaat het markante complex, een gemeentelijk monument, samen met EICAS na verbouwing over circa twee jaar benutten als museum voor abstracte kunst van na de oorlog.

Nul groep

De Nul groep betrof vooral kunstenaars als Henk Peeters, Jan Hendrikse, Jan Schoonhoven, herman de vries (consequent met kleine letters) en Yves Klein. Tot de ZERO-beweging worden Heinz Mack, Otto Piene en Gunther Uecker gerekend; Jean Tinguely (Frankrijk) en Piero Manzoni en Lucio Fontana (Italië) zijn waarschijnlijk de bekendste kunstenaars.

De komst van het nieuwe museum geldt als aanvulling op het huidige aanbod in Deventer. “ZERO is van toegevoegde waarde”, zegt verantwoordelijk wethouder Jan Jaap Kolkman (Vastgoed). “De musea die er nu zijn hebben een focus op geschiedenis, dit museum gaat over de moderne tijd. Daarom is het meer dan welkom”.

Missie

Initiatiefnemer Koos Hoogland wil straks een brede collectie van ZERO/NUL kunst toegankelijk maken in een permanente tentoonstelling.

De essentie van ZERO was om te reduceren, te concentreren en artistieke vormen te innoveren. Het museum verbindt mettertijd de historische kunststroming ZERO met hedendaagse artistieke productie en onderzoek. Het integreren van kunst en wetenschap krijgt aandacht in tentoonstellingen, filmvertoningen, lezingen, artistieke interventies, workshops, masterclasses en publicaties die het brede publiek de mogelijkheid bieden in gesprek te gaan met kunstenaars en wetenschappers.

Hoogland zet hoog in. Hij wil met ZERO een vaste plek veroveren tussen gerenommeerde musea in de omtrek, zoals De Fundatie in Zwolle, Museum MORE in Gorssel, het Kröller-Müller in Otterlo en CODA in Apeldoorn.

Transparant en open

Hans van Heeswijk architecten gaat het markante scholencomplex omtoveren tot een transparant en open gebouw, waar iedereen graag binnen gaat.

“Een museum is er niet alleen om kunst te tonen, maar ook om publiek te ontvangen. De oude entrees en de gangenstructuur gaan we opnieuw gebruiken. We gaan de architectuur van het voormalige schoolgebouw benutten voor de nieuwe functie. Een mooie, prestigieuze opdracht”, verklaart Van Heeswijk.

Privaat initiatief

Het ZERO Museum, een privaat initiatief, ontvangt vooralsnog geen rijks-, provinciale- of gemeentelijke subsidies. Zowel in de fase van totstandkoming als daarna is het museum aangewezen op eigen inkomsten uit activiteiten, schenkingen en legaten. “Het project wordt mede haalbaar door het gebouw te transformeren in combinatie met luxe appartementen”, aldus Gabriël Bosch van 1618 Vastgoed.

Hans van Heeswijk architecten tekende eerder voor Museum MORE in Gorssel, de Hermitage Amsterdam, het Mauritshuis in Den Haag en het Van Gogh Museum (entreegebouw) in Amsterdam. Daarnaast is het bureau actief op vele gebieden van bruggen, kantoren en particuliere woonhuizen tot grootschalige renovaties van flatgebouwen uit de jaren ’60.