Open Monumentendag 2016 in het weekeinde van 10 en 11 september heeft evenals de vorige editie naar schatting een miljoen bezoekers getrokken. De 5.000 opengestelde monumentale iconen beleefden mede door het prachtige weer een topdag.
Tijdens de opening van de tweedaagse manifestatie op 8 september in ’s-Hertogenbosch benadrukte prof.mr. Pieter van Vollenhoven: “Open Monumentendag heeft er de afgelopen 30 jaar voor gezorgd dat monumenten de lievelingen zijn van gemeenten én publiek”.
Recent onderzoek bevestigt dat 89 procent van de Nederlanders het belangrijk vindt dat monumentaal erfgoed behouden blijft en dat bezoek dit draagvlak voor behoud vergroot. Met het thema Iconen en symbolen vroeg Open Monumentendag dit jaar aandacht voor de iconische waarde en symbolische betekenis van monumenten.
20.000 scholieren
Op vrijdag 9 september vond de 7e zogenoemde Open Monumenten Klassendag plaats. Circa 20.000 leerlingen van groep 7/8 in 80 gemeenten bezochten de iconen in hun woonomgeving en leerden er alles over de cultuur en de lokale monumenten.
Toppers
De toppers van de BankGiro Loterij Open Monumentendag 2016 waren de Koepel in Breda (6.000 bezoekers), het Huis van Bewaring in Den Bosch (6.000) en de Pieterskerk in Leiden (5.500). Het Paleis van Justitie en het stadhuis in ’s-Hertogenbosch trokken beide 5.000 belangstellenden; 2.500 personen daalden de trappen af naar de kelder van het Jeroen Bosch huis.
In Delft verwelkomde de Nieuwe Kerk ruim 5.100 bezoekers, het voormalig hoofdkantoor van Gist-Brocades 4.100 en het stadhuis 3.000. In Den Haag trokken 4.000 geïnteresseerden naar de Raad van State en 3.400 naar het Binnenhof. Het Amsterdamse School monument Huize Lydia in Amsterdam en de Beurs van Berlage ontvingen beide ruim 3.800 bezoekers en het Amsterdams Lyceum 3.000. De iconische Inktpot in Utrecht mocht 3.000 belangstellenden verwelkomen en ook het voormalige Postkantoor aan De Neude behoorde tot de toppers in de Domstad. De Sint-Jan en het Oude Stadhuys in Gouda trokken beide 2.000 bezoekers. In Leiden was een aantal particuliere woonhuizen opengesteld, ieder goed voor circa 1.500 bezoekers. In Rotterdam trok het Groothandelsgebouw 1.700 bezoekers en het Witte Huis 1.300. In Dalfsen sprong Kasteel Dalfsen eruit met 1.500 bezoekers.
Amsterdam koploper
De meeste liefhebbers kwamen naar Amsterdam (41.000), ‘s-Hertogenbosch (33.000), Den Haag (30.000), Bergen op Zoom (30.000), Breda (30.000), Dordrecht (29.000), Rotterdam (28.000), Leiden (19.500), Delft (16.900), Schouwen-Duivenland (15.000), Utrecht (15.000), Zwolle (14.500), Groningen (12.000), Apeldoorn (11.000), Katwijk (8.000) en Hilversum (7.800).