Koninklijke De Heus geeft molen Rijn en Lek in Wijk bij Duurstede de komende drie jaar een financiële injectie. Tijdens een feestelijke bijeenkomst overhandigde directeur Co de Heus de symbolische cheque aan Nicole Bakker, adjunct-directeur van eigenaar vereniging De Hollandsche Molen. Dat gebeurde op 21 juni op locatie onder toeziend oog van burgemeester Tjapko Poppens, beschermheer van de Rijn en Lek.
Met de bijdragen kan de vereniging de komende drie jaar voorzien in het (groot) onderhoud van de molen.
Band van 300 jaar
Koninklijke De Heus, wereldwijd actief in hoogwaardige diervoeders met hoofdvestiging in Ede, maakt dit gebaar om haar 300-jarige band met molens te vieren.
In 1717 wordt als eerste in de familie (Hendrik) Anthonie de Heus als korenmolenaar vermeld bij een molen in Zoelmond. Tien generaties later worden door de onderneming nog steeds granen gemalen om te verwerken in diervoeders, waar veehouders over de hele wereld hun vee mee voeden.
De Rijn en Lek neemt in deze geschiedenis een bijzondere plaats in. De familie was eigenaar van de molen van 1824 tot en met 1929, het jaar waarin De Hollandsche Molen de maalderij overnam. De huidige directie, gevormd door de broers Co en Koen de Heus, is de tiende generatie.
Onderhoud
Om het onderhoud van de molen te betalen ontvangt De Hollandsche Molen 60 procent van de kosten van het rijk. De overige 40 procent moet de vereniging zelf financieren en dat blijkt elk jaar een lastige opgave.
De molenaars en vrienden van de Rijn en Lek nemen, via openstellingen en rondleidingen, het klein regulier onderhoud voor hun rekening. Met de schenking van De Heus kan de komende drie jaar ook in groot onderhoud worden voorzien.
Foto: Nicole Bakker, adjunct directeur van De Hollandsche Molen en Co de Heus, directeur Koninklijke De Heus tonen de symbolische schenkingsbon voor de Rijn en Lek in Wijk bij Duurstede (foto Hans Derksen).