De Hollandsche Molen krijgt een grote oeuvreprijs van het Prins Bernhard Cultuurfonds, een bedrag van 150.000 euro waarmee de vereniging nog meer molens kan ondersteunen en erfgoed in Nederland levend (draaiend) kan houden.
Koningin Máxima reikt de award op maandag 4 november uit in Muziekgebouw aan ’t IJ in Amsterdam. Ook prinses Beatrix, beschermvrouwe van De Hollandsche Molen, is aanwezig.
Sinds 1923
Vereniging De Hollandsche Molen krijgt de prijs omdat ze al bijna 100 jaar – sinds 1923 – actief is met molenbehoud. Aanvankelijk ter ondersteuning van de molen als werktuig, tegenwoordig als werkend monument en icoon in het Nederlandse landschap.
De vereniging is modern, kijkt voorbij het tulpen/klompen/molenbeeld en zet de molen neer als eigentijds monument met een speciale rol in de samenleving, een plek waar mensen werken, samenkomen en wonen.
Nederland telt nog ruim 1.200 molens; meer dan 2.000 molenaars hebben via De Hollandsche Molen een echt molenaarsdiploma.
UNESCO
In 2017 is het molenaarsambacht ingeschreven op de lijst van immaterieel cultureel erfgoed bij UNESCO.
In de nationale molenwereld zijn 6.000 – 8.000 vrijwilligers actief, als bestuurder, gids, winkelier, vrijwilliger, klusjesman/vrouw. Circa 300 mensen in ons land verdienen hun dagelijks brood in en met molens.
Het Koninklijk Huis is van oudsher verbonden aan De Hollandsche Molen als beschermheer/vrouw: prins Hendrik, koningin Juliana, prins Claus, prins Friso en prinses Beatrix.
Zie ook het nieuwsbericht met een filmpje over het bekendmaken van de prijs
https://www.cultuurfonds.nl/nieuwsbericht/de-hollandsche-molen-krijgt-de-cultuurfonds-prijs
Foto: Vlnr Adriana Esmeijer (directeur Cultuurfonds), Nicole Bakker en Leo Endedijk (De Hollandsche Molen) en Henk Dijkstra (Cultuurfonds) proosten op de Prins Bernhard Cultuurfonds Prijs.
De molen is het icoon van Nederlands, het geeft mede inhoud aan het imago van ons landschap. Dat de Vereniging de Hollandsche Molen de oeuvreprijs krijgt toegekend is daarom helemaal gerechtvaardigd. Het bedrag is vergeleken met het aantal molens eigenlijk niet in verhouding. Maar ‘Wie het kleine niet eert, is het grote niet weert”,