Ga naar de inhoud

Minister Van Engelshoven opent Nederlands paviljoen Biënnale

Iris Kensmil (1970) en Remy Jungerman (1959) vertegenwoordigen Nederland op de 58e Biënnale van Venetië. Op 8 mei opent minister Ingrid van Engelshoven (OCW) de tentoonstelling The Measurement of Presence, met Benno Tempel (1972, directeur Gemeentemuseum Den Haag) als curator. De Biënnale is te bezoeken van 11 mei – 24 november.

Kensmil en Jungerman brengen in hun werk invloeden van verschillende achtergronden samen. De inspiratie die zij vinden in het 20e-eeuwse modernisme, vooral Mondriaan en De Stijl, de Russische avant-garde en kunstenaar stanley brouwn, combineren zij met elementen uit andere tradities. The Measurement of Presence brengt werk van beide kunstenaars samen.

Iris Kensmil

Iris Kensmil verbeeldt in haar werk een inclusieve geschiedenis vanuit zwart feministisch perspectief. Ze laat ons kennismaken met zwarte auteurs, filosofen, activisten, musici en, in het algemeen, de zwarte tegenbeweging die onbetwistbaar onderdeel is van moderniteit.

Kensmil verbindt het utopisch denken van het modernisme met zwarte vrouwelijke intellectuelen wier werk een eigen perspectief biedt op moderniteit en de toekomst.

In samenwerking met The Black Archives in Amsterdam heeft Kensmil onderzoek gedaan naar zwarte vrouwelijke utopisten uit de Cariben, de Verenigde Staten en Europa. Dat heeft geleid tot zeven geschilderde portretten in The New Utopia Begins Here #1 – van de zwart feministische bell hooks; de Pan-Afrikaanse Amy Ashwood Garvey; DJ en zanger Sister Nancy; journalist en activist Claudia Jones; communist en activist Hermina Huiswoud; antikoloniaal schrijver en surrealist Suzanne Césaire tot feministisch science-fiction romanschrijver Octavia E. Butler. De abstracte compositie van deze muurschildering wordt voortgezet in The New Utopia Begins Here #2, waarin Kensmil het portret van schrijver en activist Audre Lorde integreert.

In een derde installatie, Beyond the Burden of Representation, reflecteert Kensmil op de positie van kunstenaars die een duidelijke positie innemen om hun authenticiteit en de interpretatie van hun werk te beschermen, zoals stanley brouwn. In dit werk toont zij schilderijen van tentoonstellingen van deze kunstenaars.

Remy Jungerman

Remy Jungerman brengt in zijn werk motieven samen uit Afrika, de Marron cultuur – waaronder elementen uit de Winti, een traditionele Afro-Surinaamse religie – en uit het modernisme.

Jungerman is geïnteresseerd in de reis die geometrische patronen en motieven afleggen en de invloed daarvan op beeldende kunst. Voor het paviljoen in Venetië maakt hij twee monumentale installaties, Promise IV en Visiting Deities, waarin hij de kracht van de voorouders van Nederland in de breedste zin – van Nederland tot Suriname, Indonesië en elders – wil samenbrengen met als doel de verschillende culturen te verbinden en een toekomstgericht open gesprek aan te gaan. Formaat en ritme van zijn installaties worden bepaald door het samenkomen van uiteenlopende bronnen, zoals Winti, Gerrit Rietveld en stanley brouwn.

Vorig jaar woonde Jungerman in New York, een stad die voor hem dubbele betekenis heeft. Het is de stad waar Piet Mondriaan, een voor Jungerman belangrijke kunstenaar, in 1940 zijn toevlucht zocht. Tegelijkertijd is New York de plek waar in 1674 New Amsterdam door de Nederlanders werd ingeruild voor Suriname. Daarmee werd Suriname een Nederlandse kolonie. Voor Jungerman betekende het verblijf in deze stad een perfecte setting om werk te maken, zich voor te bereiden op de Biënnale en na te denken over het onderwerp ‘measurement’ en globalisering.

Rietveld paviljoen

Belangrijk onderdeel van de tentoonstelling is het in 1954 door architect Gerrit Rietveld ontworpen paviljoen in de Giardini. De kenmerken van dit modernistische gebouw – open ruimte, licht, modulaire afmetingen – komen terug in de tentoonstelling.

Rietveld wilde een ruimte creëren waarin mensen elkaar kunnen ontmoeten, zoals op een openbaar plein. De werken van Kensmil en Jungerman benadrukken dit menselijke aspect van samenkomen, delen en ervaren.

Daarnaast reflecteert de tentoonstelling op de geschiedenis van de Biënnale en het actuele debat. De Giardini waar de landenpaviljoens staan, weerspiegelt grotendeels de geopolitieke verhoudingen van de 20e eeuw. Oorspronkelijk waren de paviljoens bedoeld als nationale toonzalen, gebaseerd op 19e-eeuwse concepten over nationalisme. Gedurende de 20e eeuw maakte die opvatting plaats voor onvoorwaardelijk geloof in de universele waardes van het modernisme. Vandaag de dag is duidelijk dat beide zienswijzen hebben afgedaan. De permanente stroom van mensen en objecten doorbreekt nationale grenzen en leidt tot het ontstaan van nieuwe identiteiten. Plaatsen en samenlevingen raken met elkaar vervlochten in een geglobaliseerde wereld. Als gevolg hiervan komt ‘het lokale’ in een nieuw licht te staan.

The Measurement of Presence is een transnationale presentatie die reflecteert op deze ontwikkelingen.

Publicatie
Ter gelegenheid van de tentoonstelling verschijnt een Engelstalige catalogus, uitgegeven door Uitgeverij Hannibal in samenwerking met het Mondriaan Fonds. Daarin geven verschillende internationale kunstenaars en auteurs hun visie op de betekenis van transnationalisme voor de artistieke praktijk.

Met artikelen van Jessica de Abreu, Nick Aikens, Jelle Bouwhuis, Paul Goodwin, Charl Landvreugd, Willem de Rooij, Greg Tate, Benno Tempel en Allison Young. De catalogus bevat afbeeldingen van de werken en de tentoonstelling zelf.

In Nederland verschijnt een speciaal supplement van De Groene Amsterdammer om de onderwerpen, die ten grondslag liggen aan The Measurement of Presence, voor te leggen aan een breder Nederlands publiek.

Mondriaan Fonds
Het Mondriaan Fonds is als opdrachtgever verantwoordelijk voor de Nederlandse inzending.
Voor de 58e editie heeft het fonds een open oproep gedaan aan curatoren en kunstenaars om een tentoonstellingsplan in te dienen. De jury selecteerde het voorstel van Benno Tempel uit zeventig suggesties die begin vorig jaar zijn ingediend.

Juryleden voor de Nederlandse inzending 2019 waren Carlos Amorales (beeldend kunstenaar, o.a. deelnemer tentoonstelling in het Nederlands paviljoen in 2003 en vorig jaar solo-expositie in Mexicaans paviljoen), Zippora Elders (freelance curator en artistiek directeur Kunstfort bij Vijfhuizen), Xander Karskens (artistiek directeur Cobra Museum voor Moderne Kunst in Amstelveen en curator Fins paviljoen in Venetië 2017), Mirjam Westen (conservator hedendaagse kunst Museum Arnhem en jurylid Nederlandse inzending 2017) en voorzitter Birgit Donker (toenmalig directeur Mondriaan Fonds).

www.venicebiennale.nl

Foto: Benno Tempel, Remy Jungerman en Iris Kensmil voor het Nederlands paviljoen (foto Gerrit Schreurs).