Het Nationaal Rijtuigmuseum in Leek krijgt een nieuwjaarscadeau: een dierenslede uit 1720, het beschilderde achterstuk van een 18e-eeuwse Amsterdamse slede, acht andere sledes en een kleine verzameling sledentuig.
De aanwinsten komen uit het Purmerends Museum, waar de sledes niet langer passen in het verzamelbeleid. In de laatste week van 2020 bereikten beide musea een akkoord.
Vooral de dierenslede in de vorm van een zeepaard met iets dat op een hondenkop lijkt, een koetsierszitje gedragen door een walvis en een gevleugeld draakje op de boeg is uniek. Het kuipje, op een later onderstel, dateert van rond 1720 en komt van oorsprong uit Schellinkhout.
‘Bijzondere aanvulling’
“Een bijzondere aanvulling op onze collectie”, zegt Jan Zijlstra, conservator van het rijtuigmuseum. Dat vindt hij ook van het stuk van de Amsterdamse slede, dat uitzonderlijk is vanwege het rijke snijwerk en vooral door de beschildering van Mercurius.
“Veel oude sledes zijn door de eeuwen heen overgeschilderd of hebben door goedbedoelde restauraties hun waarde verloren. Deze beschildering is nog volledig oud”.
En verder
Naast voornoemde topstukken draagt het Purmerends Museum een Friese slede en zeven arrentikkers over, waarvan een paar met afwijkende modellen. Aan tuigage zijn het kleurrijke hoofdstellen voor arrentuigen en een schelpjeshoofdstel.
Het gaat om het restant van de vroegere collectie ‘Barend Cruijff’, van een verzamelaar van wie ook de statierijtuigen van de Duitse Keizer in het Nationaal Rijtuigmuseum afkomstig zijn. In Purmerend is er geen plaats meer voor, want het museum aldaar gaat in het nieuwe jaar de bovenverdieping moderniseren en zijn verzamelbeleid volledig richten op de eigen stedelijke historie.