Na diverse keren uitstel treedt de Omgevingswet, die alles gaat regelen wat met de fysieke omgeving te maken heeft, naar het zich laat aanzien op 1 januari 2023 in werking. De nieuwe wet werpt zijn schaduw vooruit.
Eerste stap is het op lokaal niveau vaststellen van een zogenoemde Omgevingsvisie. Dat gebeurt in iedere gemeente. Sommige hebben haar klaar; andere moeten nog beginnen of zijn er mee bezig.
Mocht erfgoed in de Omgevingsvisie onvoldoende verankerd zijn, is er volgens erfgoedvereniging Heemschut en de Nederlandse Archeologievereniging (AWN) voor behoud jarenlang een enorm probleem. “Vroeg erbij zijn is dus allesbepalend”, betogen ze.
Gelijken
De Omgevingswet legt veel nadruk op ‘participatie van de gebruikers’. Waar het gebruikers betreft ziet de nieuwe regelgeving inwoners en projectontwikkelaars als gelijken.
“Maar”, zeggen Heemschut en AWN, “de praktijk wijst natuurlijk anders uit. Hoe participatie van eenieder vorm krijgt schrijft de wet nadrukkelijk niet voor. Dat wordt overgelaten aan de gemeenten. Benut dus het feit dat er participatie móet zijn. Denk en praat mee met de gemeente. Wacht niet op een uitnodiging, maar neem zelf het initiatief. Voor iedere erfgoedorganisatie betekent de Omgevingswet dat er meer vooruit gedacht en gehandeld moeten worden”.
Divers aanbod
Volgens Heemschut en de AWN, die al langer samenwerken rond het thema Erfgoed en Omgevingswet, is er nu een divers aanbod om vrijwilligersorganisaties beter toe te rusten als het gaat om erfgoedbehoud onder de Omgevingswet.
Bekijk het aanbod van de erfgoedbeschermers voor ondersteuning hierbij en waar iedere vrijwilliger gebruik van kan maken: de Omgevingswet en erfgoed.