Ga naar de inhoud

Onderzoek: Surinaams goud siert rijtuig Gouden Koets

Het bladgoud waarmee de Gouden Koets is verguld blijkt afkomstig uit Suriname. Recent onderzoek door het Amsterdam Museum, de Vrije Universiteit Amsterdam, the Netherlands Institute for Conservation+Art+Science+ (NICAS) en Naturalis Biodiversity Centre heeft dat aangetoond. De uitkomsten van de studie zijn vandaag (maandag 12 september) bekend gemaakt.

Omdat lang onbekend was waar het bladgoud van de koets vandaan kwam, is de samenstelling ervan vergeleken met monsters uit Suriname en Zuid-Afrika.

Tentoonstelling

Van 18 juni 2021 tot en met 27 februari 2022 was de Gouden Koets na een restauratie van ruim vijf jaar te zien in het Amsterdam Museum. In de tentoonstelling werden uiteenlopende verhalen uitgelicht. Honderden cultuurhistorische objecten gaven een veelzijdig beeld van de geschiedenis en het gebruik van de Gouden Koets en de discussies rond het iconische vervoermiddel.

In de expositie is uitgebreid aandacht besteed aan de bouw van de Gouden Koets. Het rijtuig is gemaakt van Javaans teakhout. Dit hout is deels beschilderd, deels verguld met bladgoud. Aan het bladgoud dankt de koets zijn naam.

Maar waar het vandaan kwam, was tot op heden onbekend. In de tentoonstelling werd aangekaart dat, ondanks de prominente rol die het goud speelt op de koets, de herkomst nooit is onderzocht. Er bleken geen documenten vindbaar uit het einde van de 19e eeuw die aantonen waar het goud vandaan kwam; mogelijke archieven zijn verloren geraakt. De herkomst kon dus alleen worden onderzocht met technieken van nu.

Herkomst onbekend

Annemarie de Wildt, conservator van het Amsterdam Museum, deed voor de tentoonstelling uitgebreid onderzoek naar de Gouden Koets.

“De makers en initiatiefnemers van het staatsierijtuig gingen er prat op dat het geschenk aan de nieuwe vorst Wilhelmina het hele toenmalige Koninkrijk der Nederlanden moest representeren. Zo is in de koets vlas verwerkt uit Zeeland, leer uit Brabant, hout uit Java en ivoor uit Sumatra. Suriname, destijds onderdeel van het Koninkrijk der Nederlanden, leek niet te zijn vertegenwoordigd. Dat riep vragen op. Zuid-Afrika was rond 1900 een grote exporteur van goud en het land had sterke banden met Nederland, maar in Suriname wordt al generatie op generatie verteld dat het goud daar vandaan komt”.

Vergelijkend onderzoek

Gareth Davies is hoogleraar Petrologie – een onderzoeksgebied binnen de geologie dat zich richt op het bestuderen van de samenstelling van gesteenten en de omstandigheden waaronder die zijn ontstaan – aan de VU Amsterdam.

Davies en zijn team begonnen in het voorjaar met het vergelijken van een stukje bladgoud van de Gouden Koets, ter beschikking gesteld door het Koninklijk Staldepartement, met monsters goud uit verschillende regio’s in Zuid-Afrika en Suriname, verkregen van Naturalis. Davies: ”Om goud te vergelijken, kijken we naar de loodisotopen die worden gevormd door het radioactieve verval van de elementen uranium en thorium. Deze verschillen per regio. Voor die vergelijking is een schoon monster nodig. Maar in het goud van de Gouden Koets zaten veel deeltjes lood die afkomstig waren van luchtverontreiniging waaraan het rijtuig gedurende de jaren is blootgesteld, zoals benzine. Ook was sprake van loodhoudende verf en lijm. Al die miljarden deeltjes lood moesten worden verwijderd. Het was alsof er één zandkorrel uit een zwembad vol zandkorrels moest worden gehaald. Een enorme klus die ruim vier maanden in beslag nam. Ons werk werd bovendien extra bemoeilijkt doordat we slechts beschikten over een klein monster. Bladgoud is 1 micron dik. Dat is 100 keer zo dun als een menselijke haar”.

Davies’ team slaagde er desondanks in de loodconcentratie van het goud van de koets te vergelijken met monsters uit de verschillende regio’s. Daaruit is komen vast te staan dat het goud van de Gouden Koets sterk verschilt van de monsters uit Zuid-Afrika. ”We kunnen na zorgvuldige analyse met zekerheid zeggen dat het goud van het koninklijke rijtuig niet uit Zuid-Afrika kwam. Vanuit historisch oogpunt werden Zuid-Afrika en Suriname als opties gezien. De resultaten uit ons onderzoek zijn volledig in overeenstemming met Suriname als land van herkomst van het goud op de Gouden Koets”, aldus Davies.

Goudwinning in Suriname

Nadat in 1876 goud in Suriname werd gevonden, kwam in navolgende decennia grootschalige goudwinning op gang. Om de voorraden ten zuiden van Paramaribo te bereiken werd zelfs een spoorlijn aangelegd. Het goud van de Gouden Koets is hoogstwaarschijnlijk uit dat gebied afkomstig.

Davies: “Voor nu kunnen we aantonen dat het goud van het rijtuig qua samenstelling het meest overeenkomt met een monster afkomstig uit een goudmijn aan de Surinamerivier, nabij de Brownsberg, in de regio Brokopondo”.

Conservator De Wildt vindt die conclusie logisch omdat aan het einde van de negentiende eeuw, toen de Gouden Koets werd gemaakt, in die omgeving veel goud werd gedolven. “Het is geweldig dat er nu onderzoeksmethoden zijn waardoor de urban myth dat het goud van de koets uit Suriname komt bevestigd kan worden”.

Het team van de VU Amsterdam zou graag willen onderzoeken uit welke goudmijn in Suriname het goud exact afkomstig is, maar heeft daarvoor honderden monsters uit de regio nodig. Het zal ook maanden werk kosten om alle monsters te analyseren. Het team wil daarnaast goudafzettingen uit andere delen van de wereld karakteriseren om musea en verzamelaars te helpen de herkomst van andere gouden artefacten te begrijpen. Hiervoor is financiering nodig.

Andere studies Gouden Koets

Het onderzoek naar het goud van de Gouden Koets is niet het enige onderzoek dat het Amsterdam Museum in dit project heeft geïnitieerd. Voorafgaand en tijdens de tentoonstelling deed het museum ook onderzoek naar het sentiment over de Gouden Koets en de toekomst van de koets.

Met een speciaal ontwikkelde mobiele onderzoeksinstallatie reisde het museum alle twaalf provincies af om Nederlanders te bevragen over hun kennis, herinneringen en mening over de Gouden Koets. Daarnaast gaf het museum onderzoeksbureau Motivaction opdracht een kwantitatief onderzoek te doen en vroeg het bezoekers aan de expositie naar hun opvattingen.

‘Staatsierijtuig moet te zien blijven’

Uit deze onderzoeken bleek dat het debat over de Gouden Koets op het eerste gezicht weliswaar gepolariseerd lijkt, maar dat de meeste Nederlanders het in feite eens zijn: ze willen dat het staatsierijtuig bewaard blijft en voor publiek te zien is.

Alleen over de ideale manier om dat te verwezenlijken, verschillen de meningen. ”De rol van musea verandert. Je kan als museum niet een controversieel object alleen tentoonstellen. Je moet het maatschappelijke debat faciliteren en verder helpen. Door ruimte aan nieuwe perspectieven te bieden, gesprekken op gang te helpen en door onderzoek te doen”, verklaart Margriet Schavemaker, artistiek directeur van het Amsterdam Museum.

Foto: Restauratie van de Gouden Koets in 2020 (foto Arthur van der Vlies).

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.