Ga naar de inhoud

Rijksbouwmeester zet toekomst op de agenda

Rijksbouwmeester Francesco Veenstra zet de toekomst op de agenda. Voor hem was het eerste Toekomstatelier NL2100 in het Koelhuis te Zutphen het vertrekpunt voor een beweging en de bevestiging van wat hij sinds zijn aantreden als rijksbouwmeester ‘voelt en weet’.

De lange termijn moet in de haarvaten van het Atelier Rijksbouwmeester gaan zitten, meent hij. In een vraaggesprek met Margit Kranenburg voor het Rijksvastgoedbedrijf blikt Veenstra terug op ‘Zutphen’.

Om letterlijk een eeuw vooruit te kijken, heeft het driekoppige College van Rijksadviseurs onder voorzitterschap van Veenstra Toekomstatelier NL2100 van de grond getild: een langlopend project om een gedeeld beeld te ontwikkelen van de strategische keuzes die nodig zijn voor een toekomstbestendig Nederland.

Hoe kijk je terug op het atelier in Zutphen?

“Het was indrukwekkend om met zoveel mensen over de toekomst te praten. Ik vond het zinvol met experts en belanghebbenden van gedachten te wisselen. De wil om mee te doen, blijkt groot. De laatste dag waren 160 mensen aanwezig. Deelnemers voelden de urgentie om in de toekomst te investeren. ‘Hit-and-runacties’ op de korte termijn stuiten steeds meer mensen tegen de borst. In de dagelijkse praktijk ben je steeds met het nu bezig, maar altijd is iets anders dan urgenter. Met het Toekomstatelier bieden wij een platform. We hopen dat het door anderen wordt opgepikt en dat het verandering brengt in ons denken en handelen”.

Waarom honderd jaar vooruitkijken? Er zijn nu al zoveel opgaven die om een antwoord schreeuwen.

“Omdat je merkt dat alles wat we nu doen impact heeft op de lange termijn. Dat was vroeger ook zo. Kijk naar de aanleg van wegen. Sommige bestaan al honderden jaren, hun structuur heeft onbeperkte waarde. Op knooppunten verrezen woningen. De wegen en het netwerk bepalen nog steeds onze mobiliteit. Voor bebouwing geldt hetzelfde, gebouwen zijn onderdeel van ons erfgoed. De kans is groot dat een nieuw gebouw er over honderd jaar nog staat. Toen ik hier begon, was vrij snel duidelijk dat de toekomst, de lange termijn, nog niet in de haarvaten zit. En juist dat is broodnodig. We hebben de woningcrisis, de energiecrisis, de grondstoffencrisis. Alle hebben hun weerslag op de ruimte en vragen om actie met blijvende impact”.

Wat heb je geleerd over de verre toekomst?

“Ik was 25 jaar als architect actief. Dan werk je meestal in het hier en nu. Een woningbouwproject moet snel af zijn. Je focust op het ontwerp en vervolgens op het bouwproces. Maar het begint als mensen er gaan wonen. Hetzelfde geldt voor een weg. Zodra die er ligt, gaat het niet om het asfalt maar om de verbinding tussen bestemmingen. Zo moeten wij ook kijken naar ons werk, met een blik in de verre toekomst. Onze termijn als rijksadviseurs is beperkt. Dat is goed; telkens komt er een frisse wind, het voelt als een estafette. Met het Toekomstatelier begint een beweging die we doorgeven aan onze opvolgers. Met z’n drieën is er één agenda. We kunnen elkaar afwisselen, beïnvloeden elkaars domeinen”.

Jullie hebben ook over rijksbezit gesproken. Hoe zie je dat in het jaar 2100?

“Ik wil het gezamenlijk bezit koesteren en de meerwaarde inzetten. De afgelopen tien jaar moest veel worden afgestoten. Wij willen dat beperken. Je ziet nu dat we het kunnen gebruiken voor tijdelijke opvang van vluchtelingen, zoals bij de Koepelgevangenis in Breda. Ook defensieterreinen kunnen we beter niet verkopen, maar juist behouden. Als we ons best doen om de natuurkwaliteit te verbeteren, heeft de hele samenleving daar wat aan. Ook daar speelt de lange termijn. Een periode van herstel duurt wel vijftig jaar. Bij veel opgaven, rijksbezit of niet, moeten we kijken of een ingreep omkeerbaar is. Kunnen we iets ongedaan maken zonder dat schade ontstaat? Daartoe werken we aan een afwegingskader”.

Hoe vond je de inbreng van kunstenaars tijdens de driedaagse in Zutphen?

“Inspirerend. Wij zijn als rijksadviseurs onafhankelijk, maar voor kunstenaars geldt dat in de overtreffende trap. Vanuit een objectieve houding kunnen zij beschouwen. Ik zag dat zij met verbeelding en met vocabulaire een narratief bieden. Dat verraste me zeer. Hans van Houwelingen gaf ons beelden, Laura van Dolron bracht een reflectief verhaal. Enerzijds kunnen ze nuances aanbrengen, aan de andere kant was hun botte scherpte confronterend. Experts op een ander terrein kunnen mooi duiden. Zo hadden we een demograaf, een econoom en een literair historicus in de groep experts. Dan leer je dat rampen in het verleden een transitie op gang konden brengen. Maar ook dat economische groei nog te veel leidend is. We hebben het veel minder over mentale gesteldheid. Als meetinstrument voor welvaart hebben we een gevoel bij 2,3 procent groei. Waarom geven we niet ook aan geluk en tevredenheid een cijfer waarmee we de gesteldheid van de samenleving beter kunnen duiden?”

Wat is het belangrijkste inzicht dat je hebt opgedaan?

“Dat je jezelf als mens moet meenemen in het proces. Professionals vergeten dat vaak; we schuilen achter de rol die we comfortabel aannemen. Dat geldt ook voor mij als rijksbouwmeester. Persoonlijkere invulling vereist moed, maar kan bijzonder van betekenis zijn. Neem een wethouder; die is behalve bestuurder ook inwoner van een gemeente en speelt wellicht in de plaatselijke band. Door je kwetsbaarder op te stellen, ontstaat groter begrip. Het zal helpen bij de moeilijke opgaven waar we op alle schaalniveaus voor staan”.

Hoe nu verder met het Toekomstatelier?

“Ik heb er hoge verwachtingen van. Het gaat om houding, een manier van ontwerpen, denken en handelen. Altijd de toekomst inkijken en het tijdpad meenemen. En regelmatig uit je bubbel stappen, mensen opzoeken met andere ideeën over de samenleving en de inrichting van het land. Vanuit het Atelier Rijksbouwmeester waren in Zutphen veel medewerkers aanwezig. Die zijn enthousiast en vertellen met ons het verhaal door. Zo werkt de olievlek die ik als een beweging naar de toekomst graag iedere dag groter zie worden”.

Tekst: Margit Kranenburg

Foto: Talkshow De 22e eeuw begint nú! Tweede van rechts rijksbouwmeester Francesco Veenstra (foto Maarten Sprangh).

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.