Ga naar de inhoud

Scheepswrak Queen Anne blijft op Flevolandse bodem

Het scheepswrak dat afgelopen zomer in een akker bij Rutten is opgegraven, blijft in de Noordoostpolder. Na goed overleg tussen de provincie Flevoland en de universiteit van Groningen werd Staatsbosbeheer de nieuwe eigenaar van een deel van het opgegraven hout. Met het hout wordt de geschiedenis tot leven gebracht.

Engels koopvaardijschip

De Rijksuniversiteit Groningen (RUG) leidde de afgelopen maanden de opgraving bij Rutten. De bodem gaf bijzondere schatten prijs: kanonnen, musketkogels, geweren en granaten. Maar ook gereedschappen, schoenen, meetinstrumenten en andere gebruiksvoorwerpen. De archeologen vermoeden dat het gaat om een Engels koopvaardijschip dat in de 18e eeuw op de Zuiderzee is vergaan. De onderzoekers gaven het schip de naam Queen Anne, door de vondst van tinnen lepels met het wapen van de Engelse koningin.

Zichtbaar verleden

De vondsten zijn veiliggesteld, Staatsbosbeheer kreeg een groot aantal spanten van circa 1,5 meter lengte. Op donderdag 20 september is begonnen met het ingraven van de spanten in een deel van het natuurgebied Schoterveld bij Bant.

De spanten steken ongeveer 50 centimeter boven de grond uit, zodat de contouren van het voor de Zuiderzee uitzonderlijk grote schip goed zichtbaar zijn in het landschap. Op een boordplank wordt de naam Queen Anne aangebracht. Mocht de echte naam van het schip nog boven water komen, wordt dat aangepast.

Informatiepaneel

Staatsbosbeheer gaat ook een informatiepaneel plaatsen met het verhaal en de vondsten van de Queen Anne. Zo blijft het verleden van de Noordoostpolder levend én zichtbaar.

Zie ook interview met boswachter Harco Bergman op Omroep Flevoland.