Ga naar de inhoud

Stedenatlas Jacob van Deventer inspiratiebron voor actuele wateropgaven

Op 4 april wordt in Amersfoort de Stedenatlas Jacob van Deventer gepresenteerd. In dit monumentale standaardwerk zijn voor het eerst alle 226 stadsplattegronden van de vermaarde 16e-eeuwse cartograaf gebundeld.

Worden deze plattegronden goed bestudeerd, dan bieden ze waardevolle informatie en vormen ze een belangrijke schakel tussen verleden, heden en toekomst.

Op initiatief van Uitgeverij Thoth deden de Vlaamse hoogleraar historische cartografie Bram Vannieuwenhuyze (Universiteit van Amsterdam) en de Nederlandse stadshistoricus Reinout Rutte (Technische Universiteit Delft) vier jaar lang onderzoek naar het werk van Van Deventer, onder meer in archieven en bibliotheken in Madrid, Simancas, Napels, Brussel, Den Haag en Kampen.

RCE

De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE), die bijdroeg aan de totstandkoming van de stedenatlas, zet zich ervoor in dat erfgoedaspecten als vanzelfsprekend worden meegenomen bij ruimtelijke opgaven.

Bij het zoeken naar oplossingen voor actuele en te verwachten wateroverlast en droogte is volgens de RCE kennis van historische stedenbouwkundige structuren en watersystemen onmisbaar.

Begrip

Analyse van de omgang met water door de eeuwen heen op basis van kaartmateriaal maakt het mogelijk te begrijpen waar en waarom op bepaalde plekken problemen ontstaan. Immers, bij stadsuitbreidingen zijn in het verleden vaak oude waterwegen afgesloten of omgeleid zonder de gevolgen ervan goed te overzien.

De kaarten in de Atlas van Jacob van Deventer dragen bij aan dit begrip en kunnen als basis dienen om de actuele problematiek in steden, veroorzaakt door klimaatverandering, het hoofd te bieden.