Ga naar de inhoud

Stadsherstel neemt Bullekerk Zaandam over

Stadsherstel heeft de bijna 400 jaar oude Westzijderkerk te Zaandam overgenomen. In het gebouw is de geschiedenis van Westzaandam prachtig af te lezen. Het godshuis, bijgenaamd Bullekerk, krijgt weer een openbare functie.

Vooral het plan van de Stichting Cultureel Centrum Bullekerk van twee Zaanse ondernemers, die het bouwwerk van Stadherstel gaan huren, spreekt aan. De ondernemers willen de kerk, samen met de al bestaande vrijwilligersgroep, dagelijks openstellen en onder andere verhalen over Westzaandam vertellen naast het organiseren van culturele activiteiten. De komende maanden worden de voornemens verder uitgewerkt en wordt gezocht naar financiering en fondsen om de Zaanse droom te kunnen verwezenlijken.

Interieur

Oorspronkelijk was het interieur van het kerkgebouw eenvoudig en doelmatig, de algemene trend bij protestantse kerken die na de beeldenstorm, in de 16e eeuw, als kritiek op de katholieke beeldenverheerlijking ontstonden.

In later stadium zijn wel verfraaiingen aangebracht, o.a. uitgevoerd door beeldsnijders die zich in West- en Oostzaandam hadden gevestigd vanwege de grote ontwikkeling van de Zaanse scheepsbouw in de 17e eeuw. Als er tijd over was, sneden zij met veel liefde en kennis van het ambacht werken voor de kerk. Mooi houtsnijwerk is bijvoorbeeld te zien aan de burgemeestersbank (bij de zuidoostpilaar). Uitgebeeld zijn onder andere Geloof, Hoop en Liefde en op de kap prijkt koning Salomo, rechtsprekend over de twee vrouwen. Aan de voet van de zuiltjes staan afbeeldingen uit het Zaanse bedrijfsleven.

Pelikaan

In 1644 werd de kerk met een preekstoel en opnieuw bijzonder houtsnijwerk verder verfraaid. De grote houten pelikaan, onder de preekstoel, is een markant beeld in het interieur.

Het dier is voorgesteld met drie jongen op een nest. Met de snavel opent de vogel haar borst en de hongerige jongen drinken van het bloed dat uit de wond naar beneden stroomt. De pelikaan die de jongen voedt met haar eigen bloed is een bekend religieus motief dat symbool staat voor de offerdood van Christus.

Aan de zuidoostmuur hangt houtsnijwerk van Evert de Leeuw. Het is het proefstuk dat hij in 1712 moest snijden, wilde hij de opdracht krijgen voor het snijden van de balustrade van het vrijwel vernieuwde orgel. Ook bracht De Leeuw versieringen aan op de burgemeestersbank.

Verbondenheid met water

De verbondenheid met water, zout of zoet, was ook in Westzaandam groot. Velen verdienden direct of indirect hun boterham in, op of aan het water. Walvisvaarders, scheepstimmerlieden, zeilmakers…allen woonden in de regio. Over het algemeen ging het hun voor de wind.

In dat geval was er reden voor dankbaarheid in de vorm van een extra gift aan de kerk. Zo is het geschenk dat Richard Robbertsen in de vorm van het tiengebodenbord gaf in het gebouw nog aanwezig. Robbertsen was schipper en/of reder. Hij woonde in 1646 in Westzaandam.

In de zuidelijke muur boven het portaal is een kogel ingemetseld die in de grond bij de bouw gevonden werd. De kogel is vrijwel zeker afkomstig uit gevechten met de Spanjaarden. Op de plek van de kerk bevond zich waarschijnlijk een schans. Op het glas-in-loodraam zijn de namen te vinden van de dertien mensen die zich ingespannen hadden voor de bouw van de kerk. Het wapen van Westzaandam is daar ook in opgenomen, het geeft de verbondenheid weer tussen kerk en staat.

Bullekerk

Tussen de glas-in-loodramen hangt het schilderij ‘Stiers Wreetheydt’. Aan het voorval uit 1647 dat op dit schilderij is weergegeven, dankt de kerk haar bijnaam de Bullekerk.

De stier van Jacob Egh brak los. Het beest nam eerst een boer op z’n horens en vervolgens diens vrouw, de hoogzwangere Trijn Jans, die te hulp was gesneld. De stier wierp haar in de lucht en reet daarbij haar onderbuik open. Het kind werd als bij keizersnee geboren en kwam in een plas terecht. Jacob en Trijn stierven de dag erop aan hun verwondingen, het kind bleef echter in leven en werd in de pas gebouwde kerk als Jacob gedoopt.

Kindersterfte was in die tijd hoog en negen maanden later overleed de baby alsnog. Hij werd bij zijn ouders in de kerk begraven. Bij de oostelijke ingang houden een schilderij en een grafzerk het voorval in herinnering.

Restauratie en herbestemming

Al in 1898 was de kerk er slecht aan toe, de buitenmuren vertoonden grote scheuren. Het kerkbestuur schreef een aanbesteding uit voor het slopen van het gebouw, het Koninklijk Oudheidkundig Genootschap echter adviseerde over te gaan tot herstel.

Dat de kerk er nog staat danken we niet aan toenmalig rijksbouwmeester Pierre Cuijpers, architect van bijvoorbeeld het Centraal Station, het Rijksmuseum en katholieke kerken in die tijd. Cuijpers onderzocht de fundering en constateerde dat die te bouwvallig was voor restauratie. De kerkvoogden deden vervolgens een eigen onderzoek en vroegen met een nieuw plan subsidie aan voor restauratie. Die werd, ondanks het negatieve advies van Cuijpers, verleend .

Waardige toekomst

Door terugloop van het aantal kerkgangers zag de Protestantse Gemeente zich vorig jaar genoodzaakt een van haar kerken af te stoten. Stadsherstel Amsterdam werd gezien een goede partij om de Westzijderkerk een waardige toekomst te geven.

Bron: ​De kruyskerk van Westsaerdam, tweede druk.