Strijd om Allermooiste vestingstad van Nederland

Tekst: Frits van Wolveren

De Koninklijke ANWB is met circa 4,5 miljoen leden de grootste vereniging van Nederland. Haar tijdschrift De Kampioen is daarom logischerwijs tegelijkertijd het magazine met de hoogste oplage.

In het digitale tijdperk is het echter niet gemakkelijk een uitgeverij met special interest bladen of boeken over toerisme in de lucht te houden. Het marketinginstrument verkiezing helpt daarbij.

Mooiste dorp

In dat kader organiseerde de Algemene Nederlandse WielrijdersBond in 2020 de titelstrijd Allermooiste dorp van Nederland. Het leidde tot een nek-aan-nekrace tussen Winsum in Groningen, Elsloo in Limburg, Oisterwijk in Brabant, Hollum in Friesland en Urk in Flevoland.

Winsum werd uiteindelijk winnaar. De jury die het eindoordeel velde, bestond uit Wim Daniӫls (auteur), Jaap-Evert Abrahamse (Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, RCE) en Marieke Haafkens (Eropuit). De verkiezing mondde onder meer uit in de publicatie van het boek De Allermooiste Dorpen van Nederland.

Nieuwe competitie

Ook dit jaar heeft de Nederlandse organisatie voor verkeer en toerisme een competitie op touw gezet. Ditmaal met als inzet de titel Allermooiste vestingstad. Tot 15 april kon gekozen worden uit een longlist van 40 nominaties, op zich al een flinke schifting want Nederland telt 160 vestingsteden.

Door criteria als beschermd stadsgezicht, niet meer dan 40.000 inwoners, duidelijke stedelijke structuur en recreatieve mogelijkheden, viel een groot aantal kandidaten af.

Per provincie zijn diverse stadjes geselecteerd. Daartussen kanshebbers als Coevorden, Elburg, Bourtange. Enkhuizen, Kampen, Oudewater, Veere en Brielle.

Shortlist van vijf

Ook nu moet de uitslag van de verkiezing (onder haar leden) de ANWB in oktober een shortlist van vijf vestingstadjes opleveren. De deskundige jury, bestaande Maarten van Rossem (historicus) en Marieke Haafkens (Eropuit), bepaalt uiteindelijk hoe de top vijf eruit ziet.

Vijftig vestingstadjes worden ieder geval opgenomen in een nieuw boek en over de top vijf publiceert ledenblad De Kampioen een reportage.

Het concept zit slim in elkaar. Vanaf het begin is vooral door regionale media geprobeerd de publieke opinie te mobiliseren om te stemmen op plaatsen in het eigen verschijningsgebied. Zo vroeg Het Dagblad van het Noorden op 7 april aandacht voor de nominatie van Coevorden, Bourtange en Delfzijl. Hetzelfde geldt voor Enkhuizen, Sittard, Buren en Culemborg via hun streekgebonden media. Zo zijn er meer voorbeelden.

Scheve ogen

Voornoemde aanpak leidt ook tot ‘scheve ogen’. Waarom zijn wij niet genomineerd? Met die vraag worstelt IJsselstein (provincie Utrecht) en zij liet dat o.a. ondubbelzinnig weten via het regionale orgaan ‘Zenderstreeknieuws’.

Stadsgids Jan Mueters van het Limburgse Stevensweert maakt zich intussen weinig illusies. “Grotere vestingsteden hebben door hun inwonertal meer invloed. Kleinere vallen waarschijnlijk buiten de boot”. Volgens Mueters heeft ook ‘zijn’ mini-stadje via lokale media ingezet op aandacht voor de verkiezing, maar ‘heeft grote broer Sittard natuurlijk meer mogelijkheden’.

Imago

Vanwege de impact op het imago van een stad wordt de strijd om de titel Allermooiste vestingstad in brede kring belangrijk gevonden.

Er verschijnt bovendien een stevig artikel in het grootste blad van Nederland en er wordt een beschrijving opgenomen in een mooie uitgave in boekvorm. Bovendien ontstaat via de media een sneeuwbaleffect als een stad tot winnaar wordt uitgeroepen. Anders gezegd: het regionale toerisme wordt erdoor bevorderd. Dat is goed nieuws voor lokale hotels, restaurants en andere verblijfsaccommodaties.

De strijd dit jaar is nog niet gestreden en liggen er nog volop kansen. Volgens de ANWB gaat het er vooral om ‘aandacht te vragen voor bijzondere plekken die niet bij iedereen bekend zijn. Ook voor pareltjes waar het niet zo druk is en waar men de historie aan den lijve ondervindt’.

Foto: Stadsgids Jan Mueters voor het stratenplan van Stevensweert, zichtbaar als de spaken van een wiel.