Ga naar de inhoud

Treklipjes: wereldwijd archeologisch crowdsourcing project

De Wageningse contemporain archeoloog Jobbe Wijnen lanceert een wereldwijde archeologische typologie van treklipjes. Treklipjes zijn de clipjes op blikjes bier en frisdrank, waarmee je ze openmaakt. De typologie is tot stand gekomen met behulp van zogeheten citizen science (burgerwetenschap) en volledig gecrowdsourced via sociale media.

Op een poster is het meest complete overzicht van treklipjes ter wereld te zien, met o.a. specimen gevonden in de bossen van Canada, de straten van Nigeria, de steppen van Mongolië en de Killing Fields van Cambodja. Meer dan 70 mensen hebben aan het project bijgedragen, ruim 3.300 treklipjes zijn uit 32 verschillende landen toegestuurd en bijna 100 verschillende typen zijn onderscheiden.

Wijnen had tevoren niet verwacht zoveel resultaat te boeken voor een object dat pas in 1962 is uitgevonden.

Project uit onvrede

Jobbe Wijnen is het burgerwetenschapsproject Pull Tab Archaeology in 2018 begonnen uit onvrede met wat hij noemt ‘de ivoren toren mentaliteit van de archeologie’.

“Sinds de jaren 90 is het doen van archeologisch onderzoek voor burgers erg lastig geworden. Ontzettend jammer want van de ervaring van het zelf graven en zelf onderzoeken kan je veel leren. Hoe jong of oud je ook bent. Daarom besloot ik archeologie van treklipjes op te zetten waarmee gewone mensen zelf aan de slag kunnen”.

Verdrag van Faro

Met zijn project maakt de Wageninger archeologie toegankelijk voor niet-archeologen. Hierover is op het ogenblik een landelijke discussie gaande, voortkomend uit het verdrag van Faro (voluit The Convention on the Value of Cultural Heritage for Society, 2005), waarvan verantwoordelijk minister Ingrid van Engelshoven (OCW) de doorvoering verkent.

Volgens het verdrag mag een overheid burgers de toegang tot hun erfgoed niet ontzeggen. In de archeologie is dat de laatste 30 jaar echter wel gebeurd. Wijnens’ idee is dat als archeologie weer van de burger moet worden, het speelveld dient te worden verruimd.

“Treklipjes zijn een product van de laat-moderne tijd, dat in eerste instantie zo’n absurd onderwerp voor archeologisch onderzoek lijkt, dat het buiten alle wetgeving valt. Let wel, alleen daarom kon iedereen in 2018 dus onbelemmerd door wetgeving aan de slag”.

Sociale media

Via sociale media als Facebook en Instagram heeft Wijnen mensen opgeroepen hem hun treklipjes (pull tabs of ring pulls) toe te sturen. Doen ze dat, dan krijgen ze een stip op de wereldkaart met hun naam erbij en worden de data verzameld.

Belangrijk punt is dat mensen de treklipjes fysiek opsturen per post. Zo hebben zij een archeologische ervaring. Maar er is volgens Wijnen ook een wetenschappelijk noodzaak: de verschillen tussen typen zijn zo klein dat die van foto’s niet zijn waar te nemen. De poster is een hulpmiddel voor mensen om zelf de verschillen te herkennen.

“Hoewel de database nog in opbouw is, lijken zich al interessante patronen af te tekenen”. Een hypothese is dat na te gaan valt op welke landen de Chinese markt zich richt.

Nieuwe vragen

Het project roept ook nieuwe vragen op; waarom zijn er zoveel typen en komen er nog jaarlijks nieuwe bij? Waarom schakelen sommige landen wel en andere landen niet naar moderne clipjes die op de blikjes blijven zitten?

Wijnen: “De data geven aanleiding scherpe vragen te stellen bij onze wegwerpcultuur en de claims die gemaakt worden over de recycling van aluminium blikverpakkingen”.

De Pull Tab Archaeology World Typology, Woodstock Edition 2.0 is een uitgave in eigen beheer van het International Centre for Pull Tab Archaeology te Wageningen. Meer over het onderzoek en de poster staat op www.pulltabarchaelogy.com

Foto: De Wageningse contemporain archeoloog Jobbe Wijnen met op de achtergrond de poster met treklipjes uit de hele wereld.

2 reacties op “Treklipjes: wereldwijd archeologisch crowdsourcing project”

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.