Ga naar de inhoud

Vrijwilligers in sector vergrijsd maar nodig

De erfgoedsector in Zuid-Holland wordt ondersteund door circa 40.000 vrijwilligers. Deze groep is weliswaar vergrijsd, maar van cruciaal belang voor openstelling, beheer en behoud van de vaak weinig vermogende erfgoedorganisaties.

Ziedaar de belangrijkste bevindingen van een grootschalige studie door het PON & Telos, uitgevoerd in opdracht van het Erfgoedhuis Zuid-Holland. Volgens directeur-bestuurder Marielle Hendriks is het economisch en sociaal kapitaal van de vrijwilligers enorm. De volgende stap is wat haar betreft om de nog veel grotere erfgoedgemeenschappen daaromheen in kaart te brengen.

Materieel erfgoed

Uit het onderzoek, exemplarisch voor heel Nederland, blijkt dat vrijwilligers zich in het bijzonder inzetten voor materieel erfgoed (37.000 erfgoedvrijwilligers; molens, musea en monumenten zoals kastelen, buitenplaatsen en kerken). Zij doen dat vooral bij historische verenigingen en kleine of middelgrote musea.

In mindere mate gaan de inspanningen uit naar immaterieel erfgoed (3.400 erfgoedvrijwilligers; tradities en ambachten zoals het molenaarschap, bloemencorso en de baandraverij). Bijna tweederde van de instellingen geeft aan te werken met – vooral mannelijke, Nederlandse – vrijwilligers van 65 jaar en ouder. Vrijwilligers zetten zich voornamelijk in vanuit de motivatie om erfgoed door te geven aan volgende generaties en het historisch verhaal over te brengen. Zij verrichten vaak structurele taken binnen de organisatie, en waar nodig taken waar betaalde medewerkers niet aan toekomen.

Hendriks: “Dankzij de medewerking van onze achterban weten we nu ook dat deze 40.000 mensen zich gemiddeld drie uur per week onbezoldigd inzetten voor beheer, behoud en beleving van erfgoed in Zuid-Holland. Dat staat gelijk aan 124 miljoen euro, uitgaande van het minimumloon. Een kapitale bijdrage”.

Impact coronacrisis 

Van de ruim 200 ondervraagde organisaties geeft 64 procent aan dat de impact van de coronacrisis op hun instelling tot nu toe (zeer) groot is. Zo werd door medewerkers thuis gewerkt, was er voor hen geen werk beschikbaar, gingen zij op zoek naar andere activiteiten, of werden activiteiten afgelast of verplaatst. Ruim 75 procent van de erfgoedinstellingen zegt na de coronacrisis een stabiel vrijwilligersbestand te hebben, 14 procent ziet een daling in het aantal vrijwilligers.

Gemeenschappen centraal

Erfgoedparticipatie wordt beleidsmatig steeds belangrijker, dankzij ratificatie van het Faro-verdrag, dat uitgaat van mensgerichte erfgoedzorg. Ook de invoering van de Omgevingswet versterkt dat, waarbij actieve burgerparticipatie bij het vormgeven van de leefomgeving centraal staat. Provinciale erfgoedhuizen ondersteunen deze lokale erfgoedgemeenschappen. Hendriks: “Het is nog een hele puzzel voor beleidsmakers hoe die dialoog zinvol aan te gaan. Wellicht dat burgerberaden daarbij kunnen helpen”.

Ook elders

Het onderzoek maakt duidelijk waar extra behoefte is aan ondersteuning en verbinding op (inter)provinciaal niveau. De onderzoeksmethodiek is bovendien open source opgezet. Zo kan het ook in andere provincies worden uitgevoerd en ontstaat een landelijk dekkend overzicht van onbezoldigde inzet in het erfgoedveld.

Foto: Vrijwilligers zijn van cruciaal belang voor openstelling, beheer en behoud van de vaak weinig vermogende erfgoedorganisaties (foto Floris Scheplitz/Imagetre).

 

 

 

 

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.