Ga naar de inhoud

Bescherming scheepswrakken en kansen voor biobouwers

werk-aan-het-wad

De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) en het Programma naar een Rijke Waddenzee (PRW) gaan samen verkennen hoe zij de bescherming van scheepswrakken in de Waddenzee kunnen combineren met natuurontwikkeling.

In de hele Waddenzee liggen vanuit het verleden naar schatting 1.700 wrakken. Een aantal ervan is van cultuurhistorisch belang. Het is voor behoud van deze wrakken belangrijk dat ze niet door stroming, paalworm of erosie vernietigd worden.

De komende jaren zullen zo’n 20 tot 25 wrakken bloot komen te liggen, waardoor ze beschadigd kunnen raken. Om dat te voorkomen worden de wrakken nu door de RCE met fijnmazige netten afgedekt waardoor ze weer bedekt worden met zand.

Plastic slierten

Maar deze kunstmatige, beschermende zandbanken worden door verandering van stroming aangetast. Daardoor wordt nu gewerkt met plastic slierten om extra zand rond het wrak in te vangen om zo de vergane schepen en hun huidige afdekking te beschermen. “We noemen dit kunstmatig zeegras”, zegt Martijn Manders van de RCE. “Daarom zou het ook zo mooi zijn om dat te koppelen aan natuur. Met écht zeegras bijvoorbeeld in plaats van plastic”, vult Titian Oterdoom van het PRW aan.

Andere alternatieven

Maar er zijn ook andere natuurvriendelijke alternatieven mogelijk. Denk aan de remmende werking van schelpdierbanken, of gewoon het gebruik van natuurlijke materialen. Doel is van de wrakken kunstmatige riffen te maken die de biodiversiteit in de Waddenzee bevorderen en aldus helpen bij het gezonder maken van de Waddenzee. Een en ander past volgens beide partijen heel goed bij het karakter van het unieke Werelderfgoed. “Natuurbescherming en bescherming van cultuurhistorie gaan zo hand-in-hand”.