Ga naar de inhoud

Samenwerking met Cuba bij onderzoek scheepswrakken

Nederland en Cuba gaan samen onderzoek doen naar scheepswrakken die in de Cubaanse wateren liggen. Minister Jet Bussemaker (OCW) heeft dat afgesproken met haar ambtgenoot Fernando Rojas.

In de Cubaanse wateren liggen tenminste 21 Nederlandse scheepswrakken, veelal uit de 17e eeuw. Het gaat om schepen van de West-Indische Compagnie (WIC) en van kapervloten, zoals die van Cornelis – Houtebeen – Jol, een kaper die zijn vloot verloor bij Cuba. Het meest recente wrak dateert van 1942. Dat was de SS Medea, die verging na een voltreffer van een torpedo van een Duitse U-boot.

Onderzoek kan een beeld opleveren van de relatie tussen Nederland en Cuba, Nederland en Spanje en over de Nederlanders in het Caribisch gebied, aldus maritiem archeoloog Martijn Manders van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE). “Het zijn de enige objectieve bronnen die we hebben”.

Minister Bussemaker hecht veel belang aan het onderzoek, omdat het een beeld kan geven van de vroege geschiedenis van wat nu ons koninkrijk is. “Hopelijk komen we hierdoor meer te weten over de rol van Nederland in de 17e eeuw in het gebied dat nu het Caribische deel van het koninkrijk vormt: Caribisch Nederland en de landen Aruba, Curaçao en Sint Maarten. Die episode is onlosmakelijk onderdeel van de vaderlandse geschiedenis”.

Kanonnen en ankers

Manders verwacht dat er kanonnen en ankers te vinden zijn. “Maar ik denk ook aan spullen die zich aan boord bevonden zoals aardewerken flessen drank en bijvoorbeeld snuifdozen”.

Het belang van de wrakken gaat echter verder dan de voorwerpen die op de zeebodem liggen. Manders: “In de scheepswrakken zit veel materiaal dat ons iets zegt over die periode. Het schip zelf kan iets zeggen over de technische ontwikkelingen uit die tijd, de lading over handel en handelscontacten en de bewapening over het doel. De persoonlijke bezittingen aan boord vertellen ons over de bemanning, en het kookgerei en het eten en drinken over het leven aan boord”.

Actief

Nederland was in de 17e eeuw erg actief in de regio. Het was de bloeiperiode van de WIC en ook Nederlandse kapervloten lieten zich geregeld rond Cuba zien. Op de achtergrond speelde de strijd tegen Spanje, die zich verplaatste naar de Spaanse bezittingen in Amerika, waarvan Cuba er een was.