Erfgoedvereniging Heemschut heeft voor het hoofdkantoor van ING in Amsterdam Zuid-Oost de monumentenstatus aangevraagd. Het gebouw Amsterdamse Poort ligt in het hart van het gelijknamige winkelcentrum.
De bank verruilt het kantoor in 2019 voor een kleiner onderkomen elders in het stadsdeel. Een consortium van ontwikkelaars heeft volgens perspublicaties het huidige ING-pand gekocht en wil er woningen en andere functies in onderbrengen. Met een beschermde status probeert Heemschut bij te dragen aan wat genoemd wordt ‘een goede en zorgvuldige omgang met dit monumentale gebouw’.
Architectuur
Het ING-hoofdkantoor staat volgens Heemschut te boek als een in de wereld uniek bouwwerk, architectonisch, bouwfysisch en sociaal.
Het werd eind jaren zeventig ontworpen door de vanwege zijn organische gebouwen en antroposofische ideeën bekende architect Ton Alberts, die voordien voornamelijk woningbouw en kleinere sociaal-culturele projecten op zijn naam had staan. Alberts ontwierp het bankgebouw samen met collega Max van Huut.
In de vakwereld wellicht hier en daar met enige scepsis bekeken, maar door het grote publiek wordt de sprookjesachtige ‘burcht’ van ING hoog gewaardeerd. Uitgangspunten in het programma van eisen zijn functionaliteit, flexibiliteit en energiezuinigheid.
Herbestemming mogelijk
Heemschut wil met het verzoek tot aanwijzing als monument naar eigen zeggen herbestemming nadrukkelijk niet in de weg zitten.
“Het is goed mogelijk het pand om te bouwen tot wooncomplex. Wel is het noodzakelijk dat bij herbestemming de unieke waarden van het exterieur en het interieur behouden blijven”, aldus woordvoerder Norman Vervat.
Naast het kenmerkende gevelbeeld en daklandschap zijn volgens Vervat vooral de binnentuinen, watervallen en beeldende kunst en de bijzondere constructieve vormen en materiaalgebruik van grote waarde.
“Een monumentenstatus op basis van een waardestelling die ruimte maakt voor herbestemming, zoals recent toegepast bij de aanwijzing van het P.C. Hoofthuis in het centrum van Amsterdam, kan bij een dergelijk traject van belang zijn. Het unieke gebouw verdient een zorgvuldige aanpak”.
Foto Matthijs van Oostrum.