Ga naar de inhoud

Barok altaar in kapel Brugge weer zichtbaar

Het barok altaar in de kapel van Onze-Lieve-Vrouw van Nazareth, het passantenhuis in Brugge, wordt opnieuw zichtbaar.

Het complex, sinds 1998 beschermd monument, wordt op het ogenblik gerestaureerd. Tijdens de werkzaamheden is een voorzetmuur uit de jaren ‘50 afgebroken, waardoor het altaar tevoorschijn kwam.

Ten Nazarette

De oudste benaming van het plein, dat we nu kennen als Garenmarkt, dateert uit 1360. Toen stond het bekend als ‘Ten Nazarette’, later als de ‘Nazarettenplatse’.

De naam verwijst naar het passantenhuis dat samen met of tegen een bestaande Onze-Lieve-Vrouw van Nazarethkapel in 1326-1327 werd opgericht, helemaal op het einde van de toenmalige Eekhoutstraat. Het Passantenhuis voorzag in de opvang van pelgrims en daklozen.

De oorspronkelijk eenbeukige, laatmiddeleeuwse kapel werd volgens de meeste bronnen op 16 januari 1430 ingewijd. Op basis van bouwhistorisch onderzoek is de kapel evenwel wellicht veel ouder: daterend uit de late 13e -, begin 14e eeuw.

 Het barok altaar

In 1738 onderging de kapel vernieuwingswerken, naar ontwerp van architect Hendrik Pulinx de Oudere. Ook het zijaltaar van de kapel kreeg een nieuw jasje: een barok altaarstuk, geflankeerd door getorste zuilen en een gebogen bekroning.

Het bijhorende altaarschilderij (Knielende Magdalena) bevindt zich vandaag de dag naar verluidt in de Refuge te Sint-Andries.

Op 25 juni 1928 ontstond brand in een lokaal net onder de klokkentoren, bij het aansteken van een petroleumkachel. Zowel de kapel als het eigenlijke Magdalenagasthuis brandden volledig uit, maar het barok zijaltaar van de kapel bleef zo goed als intact (op wat brandschade na). Onduidelijk was wie de kosten voor restauratie moest dragen, waardoor er twintig jaar weinig op de site gebeurde.

Afgeschermd

Na eeuwenlang gebruik als kapel, kwam de locatie in de jaren ‘50 in handen van het Koninklijk Technisch Atheneum (KTA). Om de ruimte bruikbaar te maken als praktijklokaal voor onder meer metsers, houtbewerkers en schilders, werd het aanwezige barok altaar van de kapel afgeschermd en verborgen achter een voorzetmuur.

Schepen Nico Blontrock (Cultuur): “Tijdens de huidige restauratiewerken van de Onze-Lieve-Vrouw van Nazarethkapel is de voorzetmuur afgebroken, waardoor het barok altaar na 70 jaar tevoorschijn kwam. Het was een bijzonder gevoel om het verborgen altaar steen voor steen weer zichtbaar te zien worden”.

Afbraak muur

Volgens schepen Minou Esquenet (Patrimoniumbeheer) was het noodzakelijk om de muur voor het altaar af te breken voor graafwerken om daarna de nieuwe vloer te kunnen laten aansluiten tegen de sokkel van het altaar.

“Nu het altaar vrij is, maken we van de gelegenheid gebruik om bijkomend zogenoemd stratigrafisch onderzoek uit te voeren, waarbij de verschillende afwerkingslagen nauwkeurig in kaart worden gebracht. De resultaten nemen we op in het beheersplan van het monument. Het vrijgekomen altaar zullen we zo snel mogelijk terug inkisten, zodat het geen schade ondervindt door de werkzaamheden. Na de opknapbeurt zal het altaar weer in alle glorie kunnen stralen in een grondig gerestaureerd gebouw”.

Refter Sint-Andreasinstituut

Voorzitter Pascal Ennaert van Raakvlak, de intergemeentelijke dienst archeologie Brugge en Ommeland, wijst erop, dat de kapel aansluitend aan de herstelwerken deel gaat uitmaken van de aanpalende nieuwbouwschool Sint-Andreasinstituut.

“De kapel zelf zal als refter dienst doen. In de jaren ’50 werd beslist om het verbrande altaar achter een muur te verbergen. Vandaag kiezen we er als stad resoluut voor om dit bouwkundig erfgoed weer zichtbaar te maken en in het gebouw te integreren. Op die wijze wordt ongetwijfeld een bijzondere refter gecreëerd, een tijdscapsule naar het verleden voor de leerlingen van morgen”.

Restauratiewerken op schema

De restauratiewerken van het Magdalenahospice met passantenhuis verlopen volgens schema. De voorgevel is gereinigd, diverse delen zijn gedemonteerd en onderzocht.

De aannemer is op het ogenblik bezig met herstel van het baksteenmetselwerk en begonnen met de timmerwerken. Na uitvoering van de uitgravingen en de nieuwe vloerplaten komt de focus te liggen op het deels herstellen en reconstrueren van de dakconstructies.

De restauratiewerken onder auspiciën van de dienst Patrimoniumbeheer, worden uitgevoerd onder leiding van architect Vermeersch en staan onder toezicht van de subsidiërende overheid Agentschap Onroerend Erfgoed. Aannemer is Artes Woudenberg.

De restauratie wordt nauw door de archeologen van Raakvlak gevolgd, onder leiding van de stadsarcheoloog, Frederik Roelens: “Tijdens de graafwerken zijn tot nu toe restanten van een (oudere) altaarbasis in Doornikse kalksteen, delen van de 19e-eeuwse vloer en enkele (onleesbare) grafplaten teruggevonden”.

‘Indrukwekkend eindresultaat’

Schepen Esquenet voorziet een ‘indrukwekkend eindresultaat’. “Dit historisch waardevolle gebouw zal straks opnieuw stralend opgaan in de monumentenpracht van onze stad“.

De restauratie is naar verwachting komend najaar afgerond. De totale kostprijs beloopt 1.715.488,87 euro.

Bekijk hier een Timelapse video van het proces.

Foto: Via een gat in de muur kon de aanwezigheid van het altaar bevestigd worden.

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.