Ga naar de inhoud

Bescherming scheepswrakken en kansen voor biobouwers in Waddenzee

Kunstmatig aangelegde riffen van natuurlijk materiaal moeten oude historische scheepswrakken gaan beschermen in werelderfgoed Waddenzee. Ze kunnen naar verwachting de biodiversiteit van de Waddenzee bevorderen en de cultuurhistorie beschermen. De eerste proef is zomer 2017 gepland.

In de hele Waddenzee liggen honderden scheepswrakken, vaak van cultuurhistorisch belang. Het is voor behoud van deze wrakken belangrijk dat ze niet door stroming, paalworm, erosie of illegale activiteiten worden aangetast.

Nu worden vrijkomende wrakken via kunstmatige structuren beschermd door ze af te dekken met bijvoorbeeld steigergaas. Hierdoor wordt zand onder het gaas ingevangen en raakt het wrak bedekt met een zandbult. Door verandering van stroming spoelt dit zand na verloop van tijd weer weg. Natuurlijke structuren kunnen meegroeien met de ontwikkelingen van de zee. Een mosselbank biedt bescherming aan zo’n wrak, filtert bovendien het water en is een uitstekende plek voor verschillende diertjes en planten.

“Een en ander draagt bij aan de biodiversiteit en dat past goed bij de werelderfgoedstatus”, zegt projectleider Hein Sas.

Proef op Burgzand

Het Programma naar een Rijke Waddenzee (PRW) en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) hebben twee wrakken op Burgzand (ten oosten van Texel) uitgekozen voor de proef. Het gaat om de Burgzand Noord 2, een handelsvaarder uit de Gouden eeuw en de Burgzand Noord 4, een West-Indiëvaarder uit de 18e eeuw.

Beide liggen in het deel van Burgzand dat is aangewezen als rijksmonument. Hier lag vroeger de Rede van Texel, het voorportaal voor de haven van Amsterdam. De ligging zorgde voor natuurlijke bescherming bij stormen. Het drinkwater was bovendien van hoge kwaliteit. Op deze locatie zijn in de loop van de eeuwen veel schepen vergaan en het gebied is internationaal befaamd vanwege de grote aantallen goed geconserveerde scheepswrakken uit de 16e tot 20e eeuw.

Natuurontwikkeling

Over beide wrakken wordt een fijnmazig net aangelegd. Daarop komen als proef verschillende materialen die ervoor moeten zorgen dat natuurlijke biobouwers (structuurvormende organismen) zich op het wrak nestelen. Na verloop van tijd moet dan duidelijk worden welk materiaal het beste resultaat biedt qua natuurontwikkeling en wat de kosten kunnen zijn om dit verder toe te passen op andere wakken in de Waddenzee.

Martijn Manders, maritiem archeoloog bij de rijksdienst: “We werken in de Waddenzee al jaren aan het fysiek beschermen van wrakken. Door dit nu samen te laten gaan met natuurlijke ontwikkeling combineren we het beste van twee werelden. Tussentijdse monitoring en onderzoek, boven en onder water, worden ingezet om te kijken wat de resultaten zijn en of we onze aanpak moeten aanpassen. Dat doen we samen met sportduikers en amateurarcheologen die zeer actief zijn onder water en ons helpen het beheer van de wrakken vorm te geven”.

Foto: Een duikende archeoloog van de RCE aan het werk bij een wrak in de Waddenzee bij Burgzand (foto Ron Offermans).