Ga naar de inhoud

Broers vinden muntschat met metaaldetector

Twee broers hebben in 2017 in het dal van de Brabantse Aa met een metaaldetector een concentratie van ruim 100 Romeinse munten gevonden. Reden voor de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) ter plaatse onderzoek te doen naar de bijzondere vondst. Dit om na te gaan hoe en waarom de munten in het dal terecht zijn gekomen. Het onderzoek is oktober dit jaar uitgevoerd in samenwerking met waterschap Aa en Maas en de vinders van de munten

Denarii, sestertii en assen

Wim en Nico van Schaijk vonden de munten indertijd op enkele meters afstand van de Aa ter hoogte van Berlicum (gemeente Sint-Miechelsgestel). Ze lagen in een zone van 50 bij 50 meter op een locatie waar de bovengrond was afgegraven voor een natuurontwikkelingsproject van waterschap Aa en Maas, ook wel het Dynamisch beekdal de Aa genoemd.

Het gaat om vier zilveren denarii en 103 voornamelijk bronzen sestertii en assen. Voorlopig onderzoek door Liesbeth Claes (Universiteit Leiden) wijst uit dat de munten zijn geslagen vanaf de regeerperiode van keizer Vespasianus (69 na Chr.) tot aan keizer Marcus Aurelius (180 na Chr.). Ook is er één Republikeinse munt van de muntmeester Calpurnius (90 vr. Chr.) gevonden. Opvallend detail is dat een groot deel van de munten met een dikke korst ijzer bedekt was. Ze zijn afkomstig uit een zandlaag met veel natuurlijke brokken ijzer. Dat wijst er op dat ze oorspronkelijk in een relatief nat gebied lagen.

Proefsleuf

In oktober heeft de rijksdienst een proefsleuf gegraven om meer inzicht te krijgen in de oorspronkelijke context van de munten. Belangrijke vragen waar het onderzoek antwoord op moet geven zijn: waar en wanneer zijn de munten precies begraven en vooral waarom.

De broers Van Schaijk hebben met hun metaaldetector geassisteerd en nog twee munten gevonden. In de sleuf is de insnijding van een oudere, inmiddels dichtgeraakte, beekbedding vastgesteld, waarin Romeins aardewerk is gevonden. Waarschijnlijk was hier in de Romeinse tijd al een beek en mogelijk zelfs een voorde.

Een voorde is een doorwaadbare plaats van een beek of rivier. Door de verspreiding van de munten en de relatief grote tijdsperiode van hun afkomst, lijkt het niet om een eenmalige actie te gaan. Waarschijnlijker is dat de munten gedurende een langere periode in de nattigheid terecht zijn gekomen. Misschien deed men in de Romeinse tijd voor de oversteek een schietgebedje en werd, zodra de overkant veilig bereikt was, een muntje geofferd als dank. Maar verklaringen zoals verlies of geloof in de goddelijke kracht van de beek zijn evenmin uitgesloten.

Voorspellingen

De komende maanden worden de resultaten van het onderzoek verder uitgewerkt. Daarnaast krijgt waterschap Aa en Maas tips over hoe het de vindplaats het beste kan beheren.

Het onderzoek maakt duidelijk hoe belangrijk het is dat vondsten door vrijwilligers en particulieren gemeld worden bij Portible Antiquities of the Netherlands (PAN). Dat is een samenwerkingsproject van de Vrije Universiteit met onder meer de RCE en NUMIS.

Ze vormen een waardevolle aanvulling op de vondsten uit archeologisch onderzoek. Daarmee kunnen archeologen beter voorspellen hoe en waar meer van deze vondsten kunnen zijn.

Foto links: De gebroeders van Schaik in actie (foto RCE).

Foto rechts: Zilveren denarius met afbeelding keizer Trajanus (98-117) (foto Portable Antiquities of the Netherlands, PAN-34536, CC BY-SA 4.0).