Het Utrechts Landschap heeft een nieuwe expositie in Bunker 600 op Park Vliegbasis Soesterberg. De combinatie erfgoed uit de Koude Oorlog en de tentoonstelling brengt het indringende verhaal uit deze periode in beeld. Soesterberg was voorheen thuishaven van het Amerikaanse 32nd Tactical Fighter Squadron. De bunker kan tijdens thema-excursies bezocht worden. Op 9 september tijdens Open Monumentendag is er vrije toegang, van 11.00 uur tot 16.00 uur.
Thema-excursies
Het Utrechts Landschap is beheerder van de voormalige Vliegbasis Soesterberg, kraamkamer van de natuur en belangrijk onderdeel van het Natuurnetwerk Nederland. Daarnaast behoort de basis tot de voornaamste ensembles erfgoed uit de Koude Oorlog.
Het Utrechts Landschap geeft ter plaatse rondleidingen, met aandacht voor de betreffende periode. De tentoonstelling in Bunker 600 is bedoeld om het verhaal van de vliegbasis tijdens de Koude Oorlog te verdiepen. De expositie is te bezoeken tijdens diverse excursies. Zo doen ‘Themawandeling Koude Oorlog’ en ‘Fietsen over de Historische vliegbasis’ de tentoonstelling aan. Meer informatie staat op www.utrechtslandschap.nl.
Indrukwekkend gebouw
Bunker 600 bevindt zich achter een loodzware, meer dan dertig centimeter dikke deur. Het indrukwekkende gebouw was tijdens de Koude Oorlog een Amerikaanse commandobunker. Het pand, dat dateert uit het begin van de jaren 80 van de vorige eeuw, is bestand tegen alles wat de Russen toentertijd konden inzetten: chemische, biologische en zelfs nucleaire wapens. In geval van een aanval konden er tientallen personen verblijven.
In de bunker kregen straaljagerpiloten instructies. Het commandocentrum kon enige tijd blijven opereren, onafhankelijk van de buitenwereld. Contact ‘met buiten’ verliep via een landline, radio en radar.
Locatie
Bunker 600 staat op Park Vliegbasis Soesterberg circa 250 meter van Entree 4. Navigeer naar de Elandlaan in Den Dolder. Parkeren kan op de Elandlaan. Vanaf de Elandlaan gaat het te voet loop naar Entree 4 (adres: Hertenlaan 12).
Sponsors
De expositie is tot stand gekomen dankzij financiële bijdragen van het Vfonds, het K.F. Hein Fonds, het Prins Bernhard Cultuurfonds Utrecht, de gemeenten Soest en Zeist, het Carel Nengerman Fonds en het Utrechts Landschap.