De restauratie van de Seyss-Inquart bunker in Wassenaar is afgerond. De stevige opknapbeurt is uitgevoerd in aanloop naar de verwachte verkoop van het object in 2021.
De restauratie in opdracht van het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) was een ingrijpende operatie, alleen al vanwege de omvang van het complex. De bunker meet 61 bij 30 meter, met een hoogte van 20 meter.
Alle houten gootbodems en zinken goten zijn hersteld, liefst 182 strekkende meter goot; 3.000 van de 30.000 dakpannen zijn vervangen.
Toekomst
Volgend jaar komt de schuilbunker, zo is de bedoeling, op de markt. Met de openstelling voor omwonenden deze maand (september) begint het participatietraject dat onderdeel is van het proces.
Volgens projectleider Kenneth Stam streeft het Rijksvastgoedbedrijf met de verkoop maatschappelijke meerwaarde na. “Zo is de naast de bunker gelegen Julianakazerne getransformeerd tot bijzonder wooncomplex. Dat levert daarmee een bijdrage aan het woningbouwvraagstuk. Voor de Seyss-Inquart bunker zal er straks een andere herbestemming zijn, maar ook dit soort locaties is erbij gebaat om gebruikt te worden in plaats van ongebruikt leeg te staan”.
De voorgenomen verkoop wordt volgens Stam zorgvuldig voorbereid. In dat proces volgt men de zogeheten leidraad afstoot monumenten die dit jaar samen met het Atelier Rijksbouwmeester en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) is opgesteld.
Geschiedenis
De bunker is in de Tweede Wereldoorlog op het landgoed Clingendael gebouwd in opdracht van Arthur Seyss-Inquart, de rijkscommissaris van Nederland namens de Duitse bezetter.
Seyss-Inquart had de beschikking over een eigen bouworganisatie. Dat gaf hem de mogelijkheid een verdedigingswerk neer te zetten dat qua omvang en opzet uitzonderlijk is. Het gebouw, ooit onderdeel van de Stützpunktgruppe Scheveningen, heeft een opmerkelijke vorm: de bunker lijkt aan de buitenkant op een boerenschuur. Ook de gecombineerde functie van passieve luchtverdediging (Luftschutz) en actieve verdediging (versterkte legering en hoofdkwartieren) is bijzonder.
Na WOII werd de schuilbunker tijdens de Koude Oorlog door het ministerie van Defensie gebruikt als commando- en communicatiecentrum voor de aansturing van buitenlandse inzet van het Nederlandse leger. In 2013 verklaarde Defensie het betonnen gebouw overtollig en kwam het in de portefeuille van het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) voor verkoop.
Rondleidingen volgeboekt
Ter voorbereiding daarop en in het kader van 75 jaar bevrijding stelt het Rijksvastgoedbedrijf het verdedigingswerk van Seyss-Inquart in september 2020 tijdelijk open voor direct omwonenden.
Het RVB werkt hiervoor samen met de Stichting Atlantikwall Museum Scheveningen (SAMS), die de rondleidingen verzorgt (nota bene: de rondleidingen zijn volgeboekt).
Verhalen
Het Rijksvastgoedbedrijf heeft een aantal betrokkenen geïnterviewd over de geschiedenis, restauratie én toekomst van de bunker. Lees hier hun verhalen
Foto: Rondleiding in de Seyss-Inquart bunker (foto Hans Tak).