Gedeputeerde Staten van Zeeland hebben besloten de subsidieregeling Draaipremie molens Zeeland uit te besteden aan De Hollandsche Molen. Eigenaren van Zeeuwse molens kunnen in het vervolg het aantal omwentelingen per jaar doorgeven aan de landelijke belangenbehartiger van molens. Op basis van de verzamelde gegevens stelt De Hollandsche Molen de draaipremie per molen vast en keert deze uit. De middelen blijven afkomstig van de provincie.
Zeeland kent al jaren de draaipremie ter bevordering van het draaien van molens. Naast waardering en belangstelling van het brede publiek voor draaiende wieken draagt het draaien bij aan behoud: als een molen draait, is een molenaar aanwezig die zicht heeft op de staat van onderhoud. Bovendien houdt het draaien het gaande werk (de bewegende delen) van de molen in conditie.
Efficiëntie
Om reden van efficiëntie heeft het provinciebestuur gezocht naar een betere aanpak om het doel van de regeling te bereiken. Het Molenfonds van De Hollandsche Molen biedt een administratieve organisatie die is ingericht op het uitvoeren van regelingen voor molens.
“De provincie Zeeland is de eerste overheidsinstelling die de monitoring en uitbetaling van draaipremies aan ons uitbesteedt”, zegt directeur-bestuurder Nicole Bakker van De Hollandsche Molen. “Wij hopen in de toekomst ook in andere provincies ondersteuning te kunnen bieden”.
De jaarlijkse bijdrage ligt tussen 100 en 2.000 euro per molen. Molens in eigendom van gemeenten zijn uitgesloten. De nieuwe werkwijze is van toepassing op circa 35 molens in Zeeland. Zij kunnen vóór 29 februari 2024 het aantal omwentelingen in 2023 doorgeven via een formulier op Molens.nl.
1.200 molens
De Hollandsche Molen zet zich inmiddels een eeuw lang in voor het behoud van monumentale wind- en watermolens. Daardoor telt Nederland nog steeds zo’n 1.200 molens. Molens die schitteren in het landschap, het dorp of de stad en die vaak zijn te bezoeken. Duizenden vrijwilligers zorgen ervoor dat ze daadwerkelijk kunnen draaien en malen. Vorig jaar ontving de vereniging het predicaat koninklijk.