Ga naar de inhoud

Minister Bussemaker redt Huis Doorn

Minister Bussemaker

museum-huis-doorn-keizerlijke-hofhouding

Minister Jet Bussemaker (OCW) heeft voor de komende beleidsperiode 2017-2020 het met sluiting bedreigde Museum Huis Doorn gered. Sinds het negatieve advies van de Raad voor Cultuur afgelopen mei vreesde het museum voor zijn voortbestaan. De bewindsvrouw geeft nu echter 10 miljoen euro extra uit aan cultuur, waarvan Huis Doorn 150.000 euro krijgt, bovenop de eerder in het vooruitzicht gestelde basissubsidie van 205.000 euro.

Dat betekent dat het museum zijn deuren open kan houden en ambitieuze plannen kan gaan verwezenlijken, zoals de vestiging van een studie- en documentatiecentrum in het poortgebouw, nieuwe educatieve programma’s en een uitgebreide herdenking van het einde van de Eerste Wereldoorlog in 2018. Tevens investeert het Rijksvastgoedbedrijf de komende jaren in herstel en renovatie van de historische tuinen van het 38 hectare grote monumentale landgoed.

Blij

Directie, medewerkers en vrijwilligers zijn blij dat de inzet van de afgelopen vier jaar opgemerkt is door het ministerie van OCW. Door het besluit van Bussemaker kan Nederland kennis blijven maken met een uniek stukje vaderlandse en Europese geschiedenis. Bovendien toont de bewindsvrouw hiermee volgens het museum haar waardering voor de inzet van 180 vrijwilligers, waarmee Huis Doorn als schoolvoorbeeld van de participatie-samenleving te boek kan blijven staan.

Verdere bloei

Huis Doorn zegt ernaar uit te zien samen met zijn partners bij te dragen aan verdere bloei van het museum en hoopt de komende jaren veel bezoekers te ontvangen. Die ervaren hoe de voormalige Duitse keizer Wilhelm II tot zijn dood woonde in het landhuis met kostbare meubelen, kunst en zilver uit paleizen uit zijn geboorteland.

Het keizerlijke landhuis in Doorn is omgeven door een in Engelse landsschapsstijl aangelegd park waarin zich ook het tentoonstellingspaviljoen bevindt waar de expositie Tusschen twee vuren het verhaal vertelt van het neutrale Nederland tijdens de Eerste Wereldoorlog.