Het provinciebestuur van Noord-Brabant steunt de restauratie van de orgels in de Grote Kerk Breda en Het Boterkerkje in Oirschot. Beide instrumenten zijn aangewezen als rijksmonument en bevinden zich in kerkgebouwen die zelf ook rijksmonument zijn.
De provinciale bijdrage, in totaal 325.000 euro, is gelijk aan de subsidie die de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed eerder beschikbaar heeft gesteld. De bijdrage is een uitvloeisel van het onlangs vastgestelde Beleidskader Levendig Brabant 2030, waarin het in stand houden van erfgoed een belangrijk doel is.
Fijne en leuke plek
Gedeputeerde Staten streven naar eigen zeggen naar een Brabant dat voor zoveel mogelijk mensen een fijne en leuke plek is. Om te wonen, werken en te recreëren. Omdat het Brabants erfgoed daarbij van gewicht is, wil het provinciebestuur het blijvend zichtbaar en beleefbaar maken.
Volgens gedeputeerde Stijn Smeulders (Cultuur, Sport, Vrije tijd en Erfgoed) is de ambitie dat over 50 jaar de geschiedenis van de provincie nog steeds kan worden doorgegeven aan volgende generaties. “Noord-Brabant moet er over een halve eeuw zo uitzien dat we de historische verhalen ook kúnnen vertellen. We richten ons daarom op duurzaam behoud door herbestemming of restauratie, op bescherming van collecties, op beleving van het cultureel erfgoed en op de verhalen van Brabant”.
Zichtbaar en beleefbaar
Noord-Brabant herbergt veel erfgoed, van oude kloosters en fabrieken tot forten en molens. Dat erfgoed verhaalt over de identiteit van de provincie, maakt haar verleden zichtbaar en verbindt bewoners.
Smeulders: “We focussen op Religieus, Bevochten, Bestuurlijk en Innovatief Brabant. Met die vier verhaallijnen creëren we een divers, aantrekkelijk en beleefbaar aanbod. De orgels in Breda en Oirschot zijn onlosmakelijk onderdeel van een kerk en kerken zijn belangrijk binnen het verhaal van Religieus Brabant”.
Foto: het Hillen orgel van de Grote Kerk Breda (foto Jan Korebrits).