Nederland ondertekent nog dit jaar het Verdrag van Faro, waarin afspraken zijn gemaakt over de maatschappelijke waarde van cultureel erfgoed. Dat meldt staatssecretaris Gunay Uslu (Cultuur en Erfgoed) in haar vandaag verzonden Kamerbrief Verdrag van Faro: erfgoed is mensenwerk.
Het verdrag, in 2005 opgesteld door de Raad van Europa, benadrukt een perspectief op erfgoed waarin mensen en hún relatie met erfgoed centraal staan. Dit als aanvulling op de investering die veel Europese landen de afgelopen decennia deden in het erfgoed zelf en de kwaliteit van erfgoedzorg. Voor de uitvoering is zes miljoen euro beschikbaar.
De ministeries van OCW (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) en Buitenlandse Zaken zetten het traject van ondertekening en ratificatie in gang. Daarmee verbindt Nederland zich aan de uitgangspunten van het Verdrag van Faro en de doorwerking ervan in het nationale erfgoedbeleid. Het verdrag is sinds 1 juni 2011 van kracht; tot dusver zijn 24 staten partij.
Uitvoeringsprogramma
De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed gaat de uitgangspunten van het verdrag samen met het erfgoedveld vertalen naar de praktijk. Met partners en belanghebbenden is eerder al de betekenis van het verdrag voor Nederland verkend en hoe die valt te verankeren in de erfgoedzorg. Denk aan meer aandacht voor participatie in het onderwijs van nieuwe erfgoedzorgers, meer ruimte voor burgerinitiatief of aan sterkere verbindingen tussen erfgoed en sociaalmaatschappelijke doelen.
Parlement
Na ondertekening van het verdrag legt staatssecretaris Uslu het voor aan het parlement. Als beide kamers het verdrag goedkeuren, kan het in werking treden. Meer informatie over het Verdrag van Faro is te vinden op het Faro-platform. Lees hier de volledige Kamerbrief.
Foto: Staatssecretaris Gunay Uslu krijgt uitleg over de ‘maquette zonder verblijfsvergunning’ van AZC Markelo, gemaakt door een asielzoeker die de vraag opwerpt of in Nederland ook plek is voor cultureel erfgoed van vluchtelingen (foto RCE, Aad Hoogendoorn).