Ga naar de inhoud

Nieuwe historische inzichten door vondsten metaaldetector-amateurs

De afgelopen twee jaar zijn door 750 metaaldetector-zoekers bijna 75.000 archeologische vondsten gemeld. Dat heeft volgens de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) tot nieuwe historische inzichten geleid. Bijvoorbeeld over de Romeinse geschiedenis van Nederland en de invloed van het Romeinse rijk, die verder gaat dan de tot dusver bekende grenzen.

Sinds 2016 kunnen vondsten van metaaldetector-amateurs worden gedocumenteerd en online gepubliceerd door het Portable Antiquities of the Netherlands (PAN), een samenwerkingsproject van de Vrije Universiteit Amsterdam (VU), de RCE, de Universiteit Leiden (UL) en de Rijksuniversiteit Groningen (RuG). Nog deze zomer lanceert het PAN een smartphone app, opdat vondsten sneller en door meer vinders kunnen worden gedocumenteerd.

Meer dan Bataven alleen

Bij het PAN gaat de aandacht vooral uit naar vondsten, die met een metaaldetector zijn gedaan. Die stellen de kennis over onze geschiedenis bij. Zoals het inzicht dat niet alleen Bataven in het Romeinse leger dienden, maar ook jongemannen uit Noord-Nederland, dat buiten het Romeinse rijk viel.

In Nederland zijn vondsten van Romeinse wapens en paardentuig vooral gedaan in het gebied ten zuiden van de Rijn waar vroeger de Bataven woonden. Volgens VU-archeoloog Stijn Heeren is van de Bataven bekend dat ze geen belasting in geld betaalden, maar soldaten voor de Romeinse legers leverden. “Daarnaast zijn ze vooral beroemd als ruiters. Bataafse mannen die na hun diensttijd terugkeerden naar huis, namen hun militaire uitrusting mee. Daarom worden er veel Romeinse wapens en paardentuig gevonden in de Betuwe”.

Ook in Noord-Nederland

Behalve in het rivierengebied hebben zoekers met een metaaldetector Romeins paardentuig in Friesland en Groningen gevonden, buiten het Romeinse rijk. Het gaat niet om de honderden die in de Betuwe zijn aangetroffen, maar wel om tientallen, verspreid over een groot aantal terpen.

Het roept de vraag op of ook Friese en Groningse jongemannen in Romeinse krijgsdienst gingen. Heeren: “Waarschijnlijk wel. Archeologen hebben zich er lang over verbaasd dat de Bataven meer dan 5.000 soldaten leverden. Dat is eigenlijk veel te veel voor de totale bevolking van het Bataafse gebied, die op 30.000 tot 40.000 personen wordt geschat. Waarschijnlijk werden de jongemannen ondergebracht in Bataafse eenheden, en waren er dus in werkelijkheid minder ‘echte’ Bataven in die legeronderdelen, aangevuld met Friezen”.

Maatschappelijke relevantie.

 De invloed van het Romeinse rijk reikte dus blijkbaar tot ver buiten zijn grenzen. Volgens Jos Bazelmans, hoofd archeologie bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, was dit hoofdstuk zonder de grootschalige inventarisatie van de metaalvondsten door het PAN nooit aan het verhaal van de Romeinse tijd in Nederland toegevoegd.

“Het project verkleint de kloof tussen wetenschap en hobby archeologen en geeft hen erkenning voor hun zoekactiviteiten met de aandacht die de vondsten krijgen via de website”.

Juist in deze tijden is het zoeken met een metaaldetector in Nederland uitermate populair. Verder dient het PAN een educatief doel: zo kan iedereen ontdekken wat er in zijn/haar gemeente of provincie aan oudheidkundige vondsten is gemeld. De resultaten van het PAN zijn ook relevant voor de ruimtelijke ordening in ons land. De vondsten die via het PAN zijn aangemeld kunnen een aanwijzing vormen voor een archeologische vindplaats in de ondergrond.

Foto: Beslagstuk van Romeins paardentuig geschikt om decoratieve hanger aan te bevestigen. Vindplaats: omgeving Leeuwarden (Friesland).

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.