De inwerkingtreding van de Omgevingswet is met een half jaar uitgesteld naar 1 juli 2022. Een en ander geeft het rijk, gemeenten, provincies, waterschappen en uitvoeringsorganisaties volgens verantwoordelijk minister Kajsa Ollongren (Binnenlandse Zaken) meer ruimte om de implementatie op zorgvuldige en verantwoorde wijze af te ronden. Dat schrijft de demissionaire bewindsvrouw in een brief aan beide Kamers.
“Het rijk en de koepels van gemeenten, provincies en waterschappen staan volledig achter de samenhangende aanpak en het instrumentarium van de Omgevingswet. Alle partijen willen een goede start”, is de insteek.
Continuïteit en dienstverlening
Om de wet verantwoord in werking te kunnen laten treden, moeten de continuïteit van primaire processen – de planvorming en de vergunningverlening – plus de dienstverlening aan inwoners en ondernemers volgens Ollongren zijn gegarandeerd. Waardoor belangrijke gebiedsontwikkelingen, zoals woningbouw, niet worden gehinderd.
Voor bepaalde, van elkaar afhankelijke activiteiten richting de inwerkingtreding van de Omgevingswet zijn tijdelijke alternatieve maatregelen beschikbaar. “Die zorgen ervoor dat de wet ook goed van start kan als sommige landelijke of lokale voorzieningen (nog) niet volledig werken”, aldus de D66-minister.
ICT-oplossingen, zoals het tijdelijk publiceren van omgevingsplannen via de huidige digitale standaarden, het overgangsrecht en serviceteams die overheden werk uit handen nemen, kunnen dan uitkomst bieden.
Oefenen
Het rijk en zijn bestuurlijke partners hebben afgesproken dat overheden uiterlijk een half jaar vóór inwerkingtreding van de wet kunnen oefenen met de tijdelijke alternatieve maatregelen.
De samenwerkende partijen werken de komende tijd verder aan verantwoorde inwerkingtreding op 1 juli 2022. Het programma Aan de slag met de Omgevingswet, de koepels, de technische experts en de regionale implementatiecoaches, de RIO’s, blijven daarbij ondersteunen. Ollongren: “Zo helpen ze overheden met de implementatie en – waar nodig – met de inzet van tijdelijke alternatieve maatregelen”.