Ga naar de inhoud

Romeins heiligdom bij toeval ontdekt in Zevenaar

Romeins heiligdom bij toeval ontdekt in Zevenaar

In Gelderland is een compleet en relatief ongeschonden Romeins heiligdom ontdekt. Archeologen van RAAP deden de opzienbarende vondst op het terrein van steenfabriek Wienerberger in Herwen-Hemeling (gemeente Zevenaar), vlakbij UNESCO Werelderfgoed Romeinse Limes.

Op de plek blijken meerdere tempels te hebben gestaan. Er zijn resten van godenbeelden, reliëfs en beschilderd pleisterwerk aangetroffen. Bijzonder is ook de vondst van votiefstenen of wijaltaren, gewijd aan goden en godinnen. De ontdekking is volgens RAAP en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) voor Nederland, maar ook internationaal, zeer uitzonderlijk.

Goden en hun tempels

In Herwen-Hemeling hebben Romeinse soldaten vanaf de 1e tot de 4e eeuw tot hun goden gebeden. De plek was bijzonder: bij de splitsing van de Rijn en de Waal lag al een verhoging in het landschap, die kunstmatig nog iets hoger is gemaakt.

Bovenop dit heuveltje stonden twee, en misschien meer, tempels. Een daarvan was een Gallo-Romeinse omgangstempel met kleurig beschilderde muren en een pannendak. Een paar meter verderop stond nog een tempeltje, ook met fraai beschilderde muren.

Opmerkelijk zijn de resten van tientallen votiefstenen (kleine altaren) die zijn geplaatst door hooggeplaatste soldaten om een bepaalde gelofte in te lossen. De stenen zijn gewijd aan Hercules Magusanus, Jupiter-Serapis en Mercurius. Een grote stenen put had mogelijk ook een bijzondere functie: een stenen trap leidde naar beneden, het water in. Rond de tempels brandden af en toe flinke offervuren, waarvan haardkuilen zijn teruggevonden.

Eerdere heiligdommen

In Nederland zijn diverse Romeinse heiligdommen bekend, maar dit is de eerste tempel die pal op de grens van het Romeinse rijk (Limes) is gevonden.

De tempels van Elst, Nijmegen, Empel en Aardenburg zijn inmiddels bekende voorbeelden. Het heiligdom in Herwen-Hemeling is om een aantal redenen uitzonderlijk. Niet eerder is zo’n compleet complex aangetroffen met een tempelgebouw, votiefstenen en kuilen met resten van offers. Daarnaast is de hoeveelheid kalkstenen sculptuurfragmenten ongekend. De locatie is eeuwenlang in gebruik geweest en zo’n lange gebruiksduur is zeldzaam.

Herwen-Hemeling is vrijwel ongeschonden. Verschillende Romeinse gebouwen elders zijn in latere perioden regelmatig verwerkt als praktische voorraad kant-en-klare stenen die opgingen in toenmalige bouwprojecten. Dat is hier veel minder gebeurd. Votiefstenen, sokkels, een stenen put, delen van beelden; ze zijn er allemaal nog.

Biddende officieren langs de Limes

Het heiligdom is vooral in gebruik geweest door soldaten. Dat is te zien aan de vele dakpanstempels: de dakpanindustrie was in die tijd een activiteit van het leger.

Daarnaast zijn veel onderdelen van paardentuig, onderdelen van harnassen, en bijvoorbeeld speer- en lanspunten gevonden. Tientallen votiefstenen zijn opgericht door hoge officieren uit het Romeinse leger. Ze bedankten daarmee een god of godin voor het vervullen van hun wens. Dat hoefde niet het winnen van een veldslag te zijn: het overleven van een verblijf in deze noordelijke streken, soms ver van huis, was reden genoeg om dankbaar te zijn.

Wat het heiligdom van Herwen-Hemeling goed laat zien, is hoeveel migratie in die tijd plaatsvond. De manschappen die er een offer kwamen brengen, waren in Hongarije geweest, in Spanje en Afrika. En ze namen hun goden met zich mee…

Zichtbaar voor publiek

De provincie Gelderland is partner in UNESCO Werelderfgoed Romeinse Limes. Erfgoedgedeputeerde Peter Drenth: “Gelderland is onverwachts een bijzondere Romeinse vindplaats rijker. Een waardevolle toevoeging aan ons verhaal over Limes. We gaan deze prachtige vindplaats zo goed mogelijk onderzoeken en laten zien”.

Verschillende topstukken uit de vindplaats zijn vanaf vrijdag 24 juni al te bewonderen in Museum Het Valkhof te Nijmegen. Op het ogenblik wordt hard gewerkt aan de voorbereidingen.

Vondstomstandigheden

In het gebied vindt kleiwinning plaats. Vrijwilligers van de Vereniging van Vrijwilligers in de archeologie (AWN) deden eind 2021 de eerste ontdekkingen. Die zijn meteen gemeld bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.

Na de vondst is de kleiwinning rond de vindplaats gestopt en elders op het terrein voortgezet. De rijksdienst heeft een eerste inspectie gedaan, waarna archeologisch bureau RAAP begin dit jaar in opdracht van de provincie Gelderland nader onderzoek heeft uitgevoerd. Uitkomst: de vindplaats is echt bijzonder. Daarom is besloten ze op te graven. Hiervoor hebben provincie en rijk geld vrijgemaakt.

Rol provincie

De provincie Gelderland heeft in 1985 een ontgrondingsvergunning verleend voor de kleiwinning. Daarin is archeologie niet opgenomen: dat was toen niet wettelijk verplicht, nu is het dat wel.

Het aantreffen van deze vindplaats is een zogeheten ‘toevalsvondst,’ een vondst die bij niet-archeologisch graafwerk gedaan is. De provincie Gelderland is in dit onderzoek opdrachtgever en eigenaar van de vondsten.

Foto: Beeld van de spectaculaire opgraving in Zevenaar (foto RAAP).

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.