Ga naar de inhoud

Vakantie thema studiedag interieur op Kasteel Eerde

De Stichting Het Nederlandse Interieur (SHNI) houdt haar jaarlijkse studiedag op donderdag 8 december in Kasteel Eerde te Ommen. Thema: vakantie. Sprekers zijn Ida van Zijl, Eloy Koldeweij, Mieke Dings, Irene Cieraad, Erik Lips en Karel Loeff

Van de grand tour en Kasteel Biljoen, tot de opkomst van het moderne vakantiepark en de wisselwerking tussen kamperen en het permanente wonen. Van de typologie van de vakantiewoning, tot ontwerpen voor vliegtuiginterieurs en de vaak nog ongewisse toekomst van dit erfgoed; het komt allemaal aan bod tijdens het lezingenprogramma.

Ook is er gelegenheid om Kasteel Eerde, normaal gesproken niet geopend voor publiek, te bezichtigen en meer te weten te komen over de recente restauratie.

Ida van Zijl, ‘Toen vliegen nog een voorrecht was’

Wat verwachtten Fokker en de KLM toen zij Gerrit Rietveld vroegen de interieurs van hun nieuwe toestellen te ontwerpen en voelde Rietveld zich aangetrokken tot deze opdracht?

Aan de hand van de ontwerpen, Rietvelds positie in de Nederlandse architectuur en de algemene uitgangspunten van zijn werk bespreekt Ida van Zijl deze interieurs. Een uitstapje naar de huidige vormgeving van de KLM-toestellen plaatst deze opdrachten in breder kader. Wat Rietveld betreft: vrije tijd was niet bepaald ‘zijn ding’, maar toch heeft hij interessante ontwerpen op dit gebied gemaakt die Van Zijl kort zal bespreken.

Eloy Koldeweij, ’18e-eeuwse reissouvenirs’

‘Wat zal ik mee naar huis nemen als aandenken aan mijn mooie reis?’ Reissouvenirs, wie heeft ze niet? Souvenirs kennen we ook al uit de 18e eeuw, verklaart Eloy Koldeweij in zijn voordracht, meegebracht door reizigers die een ‘grand tour’ hadden gemaakt: een rondreis langs vele klassieke monumenten, bij voorkeur in Italië.

Veel jongvolwassenen uit de West-Europese elite hebben zo’n reis gemaakt, onder wie verschillende Nederlanders. W.H.J. baron van Westreenen van Tiellandt, grondlegger van het huidige Museum Meermanno – Huis van het Boek, was een van hen. Diverse van door hem meegebrachte souvenirs bevinden zich nog altijd in zijn woonhuis aan de Prinsessegracht te Den Haag. Ook J.F.W. baron van Spaen maakte een ‘grand tour’. De souvenirs die hij tijdens zijn grote reis naar Italië van maar liefst 16 maanden kocht, waren voor hem niet voldoende. Zijn reis inspireerde hem tot een ambitieuze renovatie van de grote zaal van Kasteel Biljoen in Velp. De stuczaal die hij tien jaar na zijn reis liet creëren verbeeldt letterlijk vele van de locaties die hij gedurende zijn ‘grand tour’ heeft bezocht.

Mieke Dings, ‘Van kampvuur tot knuffelmuur’

Het vakantiepark: bijna iedereen heeft er wel eens een weekeinde of midweek doorgebracht. Of heeft ze in ieder geval zien liggen.

De afgelopen eeuw zijn vakantieparken in groten getale verschenen; variërend van kleine nederzettingen tot grootse feelgoodmachines met fancy voorzieningen. Inmiddels zijn veel parken al (verschillende keren) herontwikkeld. In haar lezing schetst Mieke Dings aan de hand van oude ansichtkaarten de globale ontwikkeling van het vakantiepark en de vele ideeën er achter. Om vervolgens stil te staan bij de vraag hoe dit ‘massaproduct’ en de omgevingen die het heeft opgeleverd, te waarderen.

Irene Cieraad, ‘Over Zomers Buiten en de Grote Trek’

In de twintigste eeuw kreeg iedere werknemer recht op vakantie. Het zomerseizoen werd de vakantieperiode voor de gewone man, waarin men naar voorbeeld van de adel het stadse huis verliet om tijdelijk in een natuurlijker omgeving te recreëren.

Zo ontstond tijdens de bouwvak een run op zomerhuisjes, kampeerplekken en in de jaren zestig een autofile richting het zonnige zuiden. De mobiliteit, tijdelijkheid en massaliteit van het zomerse wonen inspireerde tot meubel- , interieur- en woningontwerpen die we later terugzien in het stadse wonen, legt Irene Cieraad uit in haar voordracht. Als antropoloog is zij geïnteresseerd in de wisselwerking tussen het tijdelijke en het permanente wonen, maar wat waren toen en wat zijn nu de culturele drijfveren van het tijdelijke wonen?

Erik Lips, ‘Woonkunst in een vakantiehuisje: lessen uit het Interbellum’

Hoe bewoon je een vakantiehuisje? Wat heb je nodig en vooral: wat heb je allemaal níet nodig? Deze vragen waren betrekkelijk nieuw in de eerste helft van de 20e eeuw.

Natuurlijk was een vakantiehuis vooral bedoeld om onbeperkte toegang tot de natuur, tot buiten, mogelijk te maken. Maar het ‘binnen’ verdiende ook aandacht. Velen zagen de bewoning van een vakantiehuis als een les in eenvoud en ongedwongenheid, los van benauwende conventies. Tot wat voor verrassende interieurs deze gedachten in de jaren ’20 en ‘30 leidden, maakt Erik Lips duidelijk. Ook wordt zichtbaar dat het wonen in vakantiesfeer na de Tweede Wereldoorlog breder ingang vindt.

Karel Loeff, ‘Beleven, behouden of herinneren? De waardering van erfgoed van vermaak’

Erfgoedvereniging Bond Heemschut zet zich in voor behoud en bescherming van diverse soorten erfgoed. Directeur Karel Loeff heeft een persoonlijke passie voor het erfgoed van vermaak. In zijn bijdrage gaat hij in op de historie van pretparken – en over de soms veranderende waardering van deze parken en de diverse attracties.

Praktische informatie

Datum: 8 december 2022.Locatie: Kasteel Eerde, Kasteellaan 1, 7731 PJ Ommen (OV). Tijden: ontvangst 11.30 uur, geschatte eindtijd 17.30 uur. Kosten: 52,50 euro (62,50 euro voor niet-begunstigers van SHNI), inclusief toegang, gidsen, lunch en borrel.

Student? Meld je bij inschrijving aan als begunstiger van de SHNI (32,50 euro per jaar) en neem gratis deel aan de aankomende studiedag. Stuur een mail naar info@shni.nl, onder vermelding van ‘Aanmelding Studiedag 8 december’. Er is een beperkt aantal plekken beschikbaar, vol = vol.

Foto: Interieur Kasteel Eerde (foto Cor Bouwstra).

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.