Ga naar de inhoud

Verhalenverteller, vraagbaak en adviseur

Verhalenverteller, vraagbaak en adviseur voor de architect. Zo zien monumentenadviseurs Julia Hennig en Gysbrecht Speyart van het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) hun rol.

Met hun RVB-collega’s Marc van Roosmalen, Bert van Bommel en Bram Hulshof maakten zij de afgelopen jaren een inventarisatie van de stijlkamers van het Binnenhof in Den Haag als voorbereiding op de grootscheepse renovatie.

Voorbeeldfunctie

“Dagelijks houd ik me met monumentale interieurs bezig”, verklaart Hennig. “Dat is geen luxe, maar noodzaak”.

“Als RVB hebben we een voorbeeldfunctie. We zijn in het vastgoed de grootste portefeuillehouder van Nederland, met prachtige monumenten. Het is onze wettelijke plicht daar goed voor te zorgen. Dat is ook een kwestie van duurzaamheid. Je wilt toch ook niet dat iemand met een doek met bleekmiddel op jouw nieuwe parketvloer gaat staan poetsen?”

Speelruimte aangeven

Speyart noemt het Binnenhof één groot monument. “Maar waarom is dat zo en waar moet je op letten? Wij geven vanuit het perspectief van het monument de speelruimte aan, waarbinnen een ontwerp zich kan bewegen”.

Hennig ziet zichzelf vooral als verhalenverteller en vraagbaak. Bijvoorbeeld over het feit dat de graven van Holland op het Binnenhof hebben gewoond en dat Van Oldenbarnevelt er aan zijn einde is gekomen. “Verhalen zijn belangrijk, wil je de geest van een plek snappen. Ze zijn een aanmoediging om nieuwsgierig te zijn, die moet je meenemen als inspiratie in je ontwerp”.

Op de afdeling van Hennig en Speyart werken 25 collega’s. Samen geven zij advies en benoemen aandachtspunten. Speyart: “Sparren met collega’s gaat toch anders dan met externen in een projectteam. Bovendien kun je een collega vragen hoe een bepaalde ruimte er dertig jaar geleden uit zag, want bronnen uit het verleden zijn soms summier”.

96 stijlkamers

Volgens de definitie van het RVB is een stijlkamer een vertrek met oorspronkelijke afmetingen/verhoudingen, waarin een ensemble van samenhangende interieurelementen uit een bepaalde tijd aanwezig is. Het gaat dus om het geheel: de ruimte, de aankleding en de meubels.

Het Binnenhof telt in totaal 96 ruimten die zijn aangemerkt als stijlkamer. Sommige zijn beroemd, zoals de Ridderzaal, de Trêveszaal waar het kabinet vergadert en de vergaderzaal van de Eerste Kamer.

De meeste stijlkamers zijn historisch, maar er zijn ook moderne: de plenaire vergaderzaal van de Tweede Kamer bijvoorbeeld. Die dateert uit 1992.

Veel stijlkamers zijn terug te vinden in het boek Interieurs van het Binnenhof – verscholen erfgoed in beeld (2018), een gezamenlijke uitgave van het Rijksvastgoedbedrijf, de afdeling Monumentenzorg en Welstand van de gemeente Den Haag, de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) en het Atelier rijksbouwmeester.

Foto: Julia Hennig en Gysbrecht Speyart zijn beiden opgeleid als architect restauratie en hergebruik en als monumentenadviseur op het gebied van historische interieurs (foto Erik Jansen).

Auteur artikel Lars Kuipers.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.