Ga naar de inhoud

Weer toekomst Kasteel Nederhorst

Op het terrein van Kasteel Nederhorst in Nederhorst den Berg bevinden zich bijgebouwen, gegroepeerd rond het koetshuis. Grotendeels zijn dat 20e-eeuwse uitbreidingen, maar er is ook een historische houten schuur. Stadsherstel Amsterdam brengt er straks de woonfunctie terug.

Achter de bestaande bebouwing gaat bedrijfsruimte schuil met o.a. Tom Poes, Olivier B. Bommel, Loeki de Leeuw, André Hazes en Ramses Shaffy.

De geschiedenis gaat terug tot de 13e eeuw, toen de voorganger van het huidige kasteel werd gebouwd op een hoger gelegen ‘horst’ in moerassig gebied. Maar al veel eerder, rond 800, was op dezelfde horst een houten kapel gesticht.

Bouwhistorisch onderzoek leert dat het kasteel van oorsprong waarschijnlijk een drie-zalen complex is geweest en dus niet alleen dienstdeed als verdedigingswerk – strategisch gelegen op de grens tussen het Sticht Utrecht en het graafschap Holland – maar ook een woonfunctie had.

Ridderhofstede

Sinds 1536 mocht Nederhorst zich ridderhofstede van de heerlijkheid Utrecht noemen. Om hiervoor in aanmerking te komen moest het gebouw omgeven zijn door een slotgracht en beschikken over een ophaalbrug en bijgebouwen.

Met het uitroepen van het twaalfjarig bestand in 1609 brak een rustiger periode aan en vonden begin 17e eeuw veel verbouwingen plaats aan kastelen die in de strijd schade hadden opgelopen. Kasteel Nederhorst kreeg hierbij in grote lijnen zijn huidige vierkante opzet met vier zeshoekige torens op de hoeken.

In 1959 kocht Jan Lourens Jonker het sinds de Tweede Wereldoorlog vervallen kasteel en restaureerde het. Ook knapte hij de bijgebouwen op om ze vervolgens uit te breiden. In 1971 brandde het imposante complex af, waarna het na een nieuwe restauratie in 1973 weer kon openen.

Acht rijksmonumenten

Buitenplaats Nederhorst kent naast het eigenlijke kasteel acht rijksmonumenten, waaronder een toegangsbrug, de historische tuin- en parkaanleg en het koetshuis, alsmede de monumentale houten schuur aan de oostzijde van het koetshuis.

Hoewel de buitenzijde rond 1967 volledig is vernieuwd, waardoor zij nauwelijks is te onderscheiden van de gelijktijdig opgetrokken nieuwbouw rond het koetshuis, heeft het interieur nog wel constructiedelen van het oorspronkelijke bouwwerk. Al vanaf 1891 stond op deze plek een houten schuur, die op hoofdlijnen overeen komt met de hoofdvorm van het huidige gebouw.

De schuur heeft een rechthoekig grondvlak van ongeveer 5,5 x 13,5 meter en bestaat uit één bouwlaag onder een met gesmoorde kruispannen gedekt zadeldak. Aan de voorzijde (noord) sluiten de dakvlakken af met windveren en met zink beklede dekstukken. Aan de achterzijde bevindt zich een stenen brandmuur, waarachter de hoofdvorm in 1972 is uitgebreid. Ook aan de oostzijde is het gebouw voorzien van een aanbouw.

Door de nieuwe bouwdelen zoveel mogelijk achter bestaande bebouwing te plaatsen ontstond een zeer omvangrijk bedrijfsgebouw, dat bovendien – door kenmerken van de bestaande historische bebouwing over te nemen – onopvallend werd ingepast in de karakteristiek van het landgoed.

Cultuurhistorisch belang

Hoewel deze bouwsels dus niet alle grote architectonische waarde hebben, zijn ze van cultuurhistorisch belang. De grootschalige bedrijfsruimte bracht een aantal toonaangevende mediaproductiebedrijven ertoe om zich er te vestigen en zich te ontwikkelen.

Dat geldt bijvoorbeeld voor Hans Aalbers Recordings, gehuisvest in het koetshuis. Door Dick van der Meer opgericht als opnamestudio MC Studio in 1962, is het de langst bestaande particuliere muziekstudio in Nederland. Het is de wieg van talloze hits van artiesten als Herman van Veen, Vader Abraham, Gerard Joling, Ramses Shaffy, Ruth Jacott en André Hazes, van wie bekend is dat hij vaak en graag naar kasteel Nederhorst kwam.

Maar ook de componisten Joop Stokkermans en Harry Bannink namen in de geluidsstudio liedjes op. Zo zong Rob de Nijs er het titellied in van de kinderserie Kunt u mij de weg naar Hamelen vertellen en wie is er niet groot geworden met de liedjes van Het Klokhuis- en Sesamstraat? Ook die zagen er – mede dankzij Henny Vrienten – het levenslicht.

Bommelstein-waardige locatie

Maar misschien nog bekender is Toonder Studio’s, al zal de naam niet direct bij iedereen een belletje doen rinkelen.

In 1941 begon Marten Toonder (1912-2005) in Amsterdam met een serie stripverhalen over een inmiddels zeer bekend karaktertje: ‘de avonturen van Tom Poes’. Toonder en filmproducent Joop Geesink (1913-1984) bundelden hun krachten in 1942 in een studio aan de Vijzelstraat. Lang duurde de samenwerking niet, in 1943 specialiseerde Geesink zich verder in poppenfilms en Toonder – onder de naam Toonder Studio’s – in tekenfilms en strips.

In 1965 trekt Toonder zich terug om zich weer op het tekenen te richten in plaats van op het ondernemen. Twee jaar later verhuizen de Toonder Studio’s van Geldersekade 10 naar kasteel Nederhorst, waar ze zich in eerste instantie binnen het kasteel zelf vestigen, maar niet veel later ook in de bijgebouwen, die daartoe aan de achterzijde worden uitgebreid. De studio’s blijven er tot in de jaren negentig.

Vanwege de associatie met de Heer Ollie B. Bommel kreeg het kasteel in de volksmond de naam Bommelstein. Maar al wordt wel gezegd dat Nederhorst model heeft gestaan voor Bommelstein, de strip verscheen al ruim tien jaar voor Toonder Studio’s er neerstreek.

Studio Asjemenou

Maar ook het hoofdstuk Geesink kreeg een vervolg op het kasteel: Geesink Filmproduktie werd in 1972 onderdeel van de Toonder Studio’s en vestigde zich in de bijgebouwen, waaronder in de historische schuur. De belangrijkste en meest succesvolle creatie van Geesink is Loeki de Leeuw, bedacht als komische noot tijdens de reclameblokken. Op 24 januari 1972 verschijnt het eerste Loeki filmpje op tv, opgenomen in de studio te Nederhorst. De bekende kreet ‘Asjemenou!’ wordt ingesproken door Geesink zelf.

Loeki is in werkelijkheid slechts 25 centimeter groot, met een skelet van hout en ledematen van metaal vol bouten en moertjes, afgedekt met een laagje zacht vilt. Een productieteam van 12-15 personen hield zich van begin tot eind bezig met de productie van de Loeki filmpjes.

In ruim 30 jaar tijd zijn in totaal meer dan 7.000 filmpjes opgenomen in de studio’s. Een 3D-overzichtstekening uit de beginjaren leert dat in de oude schuur de decorstukken en accessoires werden gemaakt: volgens de overlevering lagen de rekwisieten opgestapeld tot aan het plafond. En dat voor een stuntelige leeuw wiens rossige haren als pruik nog op de Albert Cuypmarkt gekocht waren.

Overname

Stadsherstel Amsterdam is in vergevorderd stadium om kasteel Nederhorst over te nemen van de huidige eigenaar, de Harmine Wolters Stichting.

In goed overleg met haar brengt de organisatie de woonfunctie terug, nadat de buitenplaats jaren gebruikt is als kantoorruimte. Dusdoende krijgt ze de bestemming van weleer en blijft het erfgoed behouden voor komende generaties. Om het gebouw toegankelijk te houden is in de plannen ook ruimte voor openbare functies. De tuin blijft toegankelijk voor publiek.

Op het kasteelterrein bevinden zich diverse bijgebouwen, zoals het koetshuiscomplex met de historische schuur. In het kasteel en de bijgebouwen komen betaalbare huurwoningen. In de monumentale schuur gaat het om drie sociale huurhuizen. Een deel van de nieuwbouw zonder monumentale waarde wordt gesloopt.

De insteek van Stadsherstel bij restauraties is: behoud en herstel van het monument gaat vóór vervanging. “Bij het kasteel, het koetshuis en de schuur worden de bestaande ruimte-indeling en oorspronkelijke materialen zoveel mogelijk aangehouden. Alleen als het nodig is voor de nieuwe woonfunctie worden ingrepen gedaan, passend binnen de culturele waarde”.

Foto: Uitzicht vanuit het kasteel op de historische schuur links van het koetshuis (2018).

 

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.