De voorzieningenrechter van de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (RvS), de hoogste bestuursrechter van Nederland, heeft beslist dat de natuurvergunning voor Circuit Park Zandvoort niet wordt geschorst. De uitspraak is vandaag (dinsdag 2 augustus) bekendgemaakt. Een en ander betekent dat activiteiten zoals de Formule 1 in september en andere evenementen op het circuitterrein mogen doorgaan in afwachting van de definitieve uitspraak. Die volgt naar verwachting in 2023.
Natuurvergunning
In 2019 verleenden Gedeputeerde Staten van Noord-Holland een natuurvergunning voor de exploitatie van het circuit en een aantal aanpassingen aan het terrein. Die aanpassingen, onder meer gedaan met het oog op de Formule 1, omvatten het plaatsen van tijdelijke tribunes, grondverzet, aanleg van twee tunnels en het verstevigen van de toegangspaden voor voetgangers.
Vier milieu- en natuurorganisaties hebben bezwaar tegen de natuurvergunning. Volgens hen leidt het gebruik van het circuitterrein tot een toename van stikstofneerslag op het nabijgelegen beschermde Natura 2000-gebied ‘Kennemerland-Zuid’. Met het oog op de bescherming van dit natuurgebied vroegen zij de voorzieningenrechter de natuurvergunning te schorsen.
Referentiesituatie
Om te beoordelen of die vergunning tot meer stikstofuitstoot leidt, is zij vergeleken met wat voorheen op het circuitterrein op grond van de toen verleende vergunningen was toegestaan, de zogeheten referentiesituatie.
Partijen verschillen van mening over wat die referentiesituatie precies omvat. De voorzieningenrechter oordeelt dat de milieuvergunning uit 1997 leidend is. Die maakte het mogelijk het circuitterrein het hele jaar te gebruiken voor auto- en motorsport en andere grootschalige publieksevenementen.
In 2011 en 2015 zijn vervolgens twee natuurvergunningen verleend. Anders dan de milieuorganisaties stellen, breidden die vergunningen het gebruik van het circuitterrein verder uit. Naar het voorlopige oordeel van de voorzieningenrechter mocht het terrein in de oude situatie dus het hele jaar voor auto- en motorsport en andere grootschalige publieksevenementen worden gebruikt, terwijl dat gebruik in de nieuwe vergunning vanaf 2021 is beperkt tot maximaal 337 dagen per jaar voor het racen met niet-elektrische auto’s en motoren op het circuit.
Belangenafweging
Om te bepalen of een voorlopige voorziening moet worden getroffen, heeft de voorzieningenrechter de afweging gemaakt tussen de natuur, waarvoor milieu- en natuurorganisaties opkomen, en de algemene en economische belangen van circuit Zandvoort. Die afweging valt uit in het voordeel van Zandvoort.
Daarbij heeft de rechter een groter belang gehecht aan het voorlopig kunnen voortzetten van de activiteiten, waaronder de Formule 1 in september. “Daarvoor zijn niet alleen forse investeringen gedaan in het circuitterrein, maar ook in de infrastructuur van Zandvoort en omgeving”.
Daartegenover staat het natuurbelang dat in dit geval volgens de RvS niet de doorslag geeft. De nieuwe natuurvergunning maakt minder activiteiten op het circuitterrein mogelijk dan in de referentiesituatie. Zo is het aantal dagen waarop op het circuit mag worden geracet, beperkt en zijn er ook – voor het eerst – voorschriften opgenomen die de stikstofuitstoot van het terrein maximeren. Daarnaast is het circuitterrein in 2019-2020 een aantal maanden niet gebruikt en waren de activiteiten in 2020-2021 beperkt door de coronacrisis.
jammer, en niet uit te leggen aan jonge boeren