Het Oranjehotel en de nabijgelegen Waalsdorpervlakte in Haaglanden zijn vandaag (zaterdag 4 september) officieel uitgeroepen tot rijksmonument.
Demissionair minister Ingrid van Engelshoven (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) had eerder al bekendgemaakt dat beide locaties bewaard moeten blijven om de herinnering aan het verzet in de Tweede Wereldoorlog levend te houden.
Oranjehotel
Oranjehotel was de bijnaam van de Polizeigefängnis in het huis van bewaring te Scheveningen gedurende de Tweede Wereldoorlog. Tussen 1940 en 1945 zaten er ruim 25.000 mensen gevangen.
De meerderheid was gearresteerd wegens verzet, ongehoorzaamheid of uitingen van onvrede met de Duitse bezetter. Onder anderen Erik Hazelhoff Roelfzema, bekend als de ‘Soldaat van Oranje’, en schrijver Simon Vestdijk zaten er vast. Sinds 2019 bevindt zich in de gevangenis een herinneringscentrum.
Het museum heeft een vaste tentoonstelling waar verhalen worden verteld van mensen die er opgesloten zaten. Cel 601, een van de dodencellen, is nog in originele staat te zien. Op de muur staan teksten als ‘kop op’ en ‘god help mij’.
Waalsdorpervlakte
Op de Waalsdorpervlakte in het duingebied Meijendel bij Wassenaar zijn tijdens WOII meer dan 250 mensen door de Duitsers gefusilleerd. De doden werden in het zand begraven.
Na de oorlog zijn de gedode verzetsstrijders herbegraven op het Ereveld Loenen. De vlakte met zijn befaamde Bourdonklok (foto) is vast onderdeel van de jaarlijkse Nationale Dodenherdenking op 4 mei.
Lacune
Volgens bewindsvrouw Van Engelshoven genieten weinig monumenten die herinneren aan de rol van het verzet en de verzetshelden die zich in die tijd hebben ingezet voor een vrij Nederland bescherming. Het Oranjehotel en de Waalsdorpervlake vullen de lacune.
Reportage in MONUMENTAAL
De eerstvolgende editie van MONUMENTAAL, die vanaf begin oktober 2021 verkrijgbaar is, besteedt zeer uitvoerig aandacht aan de aanwijzing tot rijksmonument van beide oorlogsherdenkingsplaatsen in de regio Den Haag.
Jammer dat de vrouwenafdeling van het Oranjehotel gesloopt is. Mijn oma zat daar aan het eind van de oorlog in een stampvolle, smerige cel met andere vrouwen. Na de oorlog ging ze ieder jaar naar de Waalsdorpervlakte om de gevangenen te herdenken die waren gefusilleerd. Dan nam ze mijn moeder altijd mee.