Ga naar de inhoud

Rachelle Keller: ‘RestauratorenRegister ERM cruciaal’

Het ambacht van boekrestauratie behelst aanzienlijk veel meer dan louter opknappen. Minstens zo belangrijk is de functie van het boek te laten zien. Wordt het een museaal object dat wordt tentoongesteld, of het gebruiksvoorwerp dat het ooit is geweest? Mogen eerder opgelopen schades zichtbaar blijven?

Boekrestaurator Rachelle Keller heeft zich onlangs laten registeren in het RestauratorenRegister, een initiatief van de stichting ERM (Erkende Restauratiekwaliteit Monumentenzorg) in samenwerking met diverse beroepsorganisaties, ‘mede omdat het register hopelijk de beroepsbescherming dichterbij brengt’.

Restauratie Bijbel

Op de werktafel van Keller ligt, op een kussen, een exemplaar van het Nieuwe Testament, uit 1631. Het is eigendom van de Verenigde Doopsgezinde Gemeente Amsterdam.

De rug van de publicatie ziet er erbarmelijk uit, maar het boekblok verkeert in goede staat. “Geen vlekken, de inkt is nog prima. De schade komt door gebruik, door invloeden van buitenaf zoals lucht, luchtvochtigheid, wisseling in temperatuur. Het scharnier, het onderdeel dat het meest wordt belast, is gaan scheuren. In dit geval is het leer helemaal los gekomen. Helaas ontbreekt ook een deel. Ik ga een nieuwe verbinding maken”.

Tijdlijn

Alvorens de restauratie daadwerkelijk ter hand te nemen, doet Keller uitgebreid onderzoek. “Wie is de eigenaar, wie waren (eventueel) eerdere bezitters en gebruikers, waar komt de uitgave vandaan? Ik maak als het ware een tijdlijn”.

“Daarbij wil ik ook weten welke toekomstige functie het boek krijgt. Komt het in een vitrine te liggen, dan hoeft de rug minder stevig te worden dan als het opnieuw een gebruiksfunctie krijgt. In het eerste geval volstaat consolidatie. Belangrijk is verder hoe het boek wordt opgeborgen. Komt het in een gewone boekenkast of in een klimaatkast van een depot? Met al die gegevens, aangevuld met een uitgebreide serie foto’s van het object, begin ik na te denken over hoe ik de restauratie wil uitvoeren. Documenteren is daarbij essentieel. Ook van de opvolgende stappen. Welke keuzes maak ik, en waarom? Voor welke gradatie in restauratie ga ik? Voor de minimale of juist de maximale variant of – meestal – ergens daartussenin. Deze Bijbel komt straks in het Allard Pierson Museum te Amsterdam. Er moet weer in gebladerd kunnen worden. Dat betekent dat de rug weer stevig moet zijn en voldoende bewegingsmogelijkheden moet bieden. Ik zal daarom het kapitaal aan de bovenzijde herstellen, voor meer stabiliteit tijdens het hanteren. Daartoe verstevig ik ook de onderzijde met een nieuw kapitaal”.

Minimalisatie van materialen

Het leer dat Rachelle Keller daarvoor nodig heeft ligt al klaar op een lithosteen. Ze bewerkt het en snijdt er iets van af. Niets wordt weggegooid, betoogt ze.

Keller: “Ik streef naar minimalisatie van materialen. Afdanken is not done. De restauratiestappen zijn niet in beton gegoten. Vaak doe je gaandeweg ontdekkingen die moeten leiden tot wijzigingen in het plan van aanpak. Als restaurator moet je je altijd afvragen, ‘ben ik goed bezig?’ Moet ik meer doen, of kan de restauratie juist met minder toe? Dat is ook het verschil met een boekbinder. Die maakt iets nieuws, terwijl een restaurator wil behouden wat is overgeleverd. Het juiste gebruik van materialen en technieken daarbij is heel belangrijk. Materialen moeten bij restauratie duurzaam zijn, omdat ze lang mee dienen te gaan; en de methoden moeten ongedaan kunnen worden gemaakt”.

Vanwege dat verschil in taken en verantwoordelijkheden heeft Keller zich naar eigen zeggen laten registreren in het Restauratoren Register. “Ik vind het register belangrijk omdat het opdrachtgevers inzicht geeft in de kennis en kunde die je kunt bieden. Maar ook voor de beroepsgroep zelf, voor de onderlinge discussies, is zo’n register cruciaal. Het met elkaar bediscussiëren van keuzes bijvoorbeeld, kan leiden tot kwaliteitsverhoging en zeker tot kwaliteitsborging”.

Blijven opleiden

Met het register zou ook de beroepsbescherming een stap dichterbij kunnen komen, denkt Rachelle Keller.

“Het moet op een gegeven ogenblik niet meer mogelijk zijn, dat je je zonder voldoende hoogwaardige opleiding restaurator mag noemen. Zelfs al heb je 40 jaar ervaring. Als je je werkwijze nooit hebt getoetst, biedt dat onvoldoende garantie voor het behoud van ons cultureel erfgoed. Opleiden dus, en blijvend laten opleiden. Ik doe dat ook. Ik probeer elk jaar minstens een cursus te volgen, gericht op het maken van een specifiek historisch boekmodel en een over nieuwe restauratietechnieken”.

Een en ander motiveert Keller om voor het Nationaal Centrum Erfgoedopleidingen (NCE) mee te werken aan in ontwikkeling zijnde cursussen. In haar geval die van Documentatie in woord en beeld.

“Het dient de vereiste professionaliteit van ons beroep. Keuzes kunnen verantwoorden, meningen kunnen delen, daar ga ik onder andere uitgebreid op in, want dat houdt het vak in ontwikkeling.’

Tekst en foto: Theo van Oeffelt/Stichting ERM.

Foto: Restaurator Rachelle Keller:De rug van deze Bijbel heeft erg te lijden gehad”.

 

1 reactie op “Rachelle Keller: ‘RestauratorenRegister ERM cruciaal’”

  1. Goed dat je je hebt geregistreerd voor het nationaal RR, Rachelle. Geef het door aan colleague!
    Inderdaad is 40 jaar ervaring geen garantie – voor zover er überhaupt 100% garantie gegeven kan worden. Wel vind ik dat het vaak ontbreekt aan juist die knowhow van 100den objecten die door je handen zijn gegaan bij jonge restauratoren, hoe ‘hoog’ ze ook zijn opgeleid. Maar zeker, ook een senior-restaurator dient zich te vergewissen van nieuwe inzichten en methoden. Ook ik zal dus zeker modules bij het NCE gaan volgen om up to date te blijven op mijn vakgebied.
    Succes met de mooie oude bijbel, Rachelle.

    Erick Douwes, schilderijenrestaurator, lid Art Restorers Association (ARA) Nederland en senior-restaurator nationaal RR

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.